Een macht is een herhaalde vermenigvuldiging.
Dan krijg je delingen en dat lukt ook al.
Dat ga je nu uitzoeken. Het werkt met benaderingen.
Ook dat ga je nu zien.
`f'(x) = 2^x ln(2)` , `f''(x) = 2^x ln^2(2)` , `f^((3)) (x) = 2^x ln^3(2)` , enz...
`f^((n)) (x) = 2^x ln^n(2)`
Gebruik `2^0 = 1` .
`f'(0) = ln(2)` , `f''(0) = ln^2(2)` , `f^((3)) (0) = ln^3(2)` , enz...
`f(x) ~~ 1 + x ln(2) + 1/2 x^2 ln^2(2) + 1/6 x^3 ln^3(2) + 1/24 x^4 ln^4(2) + 1/120 x^5 ln^5(2)` .
Vergelijk beide grafieken. De benadering wordt beter als je de Taylorbenadering verder voortzet.
`f'(x) = (text(-)1)/(x^2)` , `f''(x) = (2)/(x^3)` , `f^((3)) (x) = (text(-)6)/(x^4)` , enz...
`f^((n)) (x) = (text(-)1)^n*((n)!)/(x^(n+1))`
Je kunt
`x = 0`
niet invullen in de functie en zijn afgeleiden.
De functie is niet differentieerbaar voor
`x=0`
.
Binair delen lukt wel, zie voorgaande paragraaf.
Vergelijk beide grafieken, zie de figuren.
![]() |
![]() |
![]() |
`text(e)^x ~~ 1 + x + 1/2 x^2 + 1/6 x^3 + 1/24 x^4 + 1/120 x^5 + 1/720 x^6`
Grafische rekenmachine (afhankelijk van het merk): `text(e) = text(e)^1 ~~ 2,718281828` .
Met de vijfterm: `text(e)^1 ~~ 1 + 1 + 1/2 + 1/6 + 1/24 ~~ 2,708333333` .
Met de zeventerm: `text(e)^1 ~~ 1 + 1 + 1/2 + 1/6 + 1/24 + 1/120 + 1/720 ~~ 2,718055556` .
Dit hangt nogal af van je grafische rekenmachine.
Stel hij geeft
`text(e) = text(e)^1 ~~ 2,718281828`
(dit wordt geen herhaling!).
Een tienterm geeft dan
`text(e)^1 ~~ 1 + 1 + 1/2 + 1/6 + 1/24 + 1/120 + 1/720 + 1/5040 + 1/40320 + 1/362880 ~~ 2,718281526`
.
Pas bij
`13`
termen vind je dezelfde waarde als deze rekenmachine opgeeft.
Deze functie is niet differentieerbaar voor `x = 0` .
Deze functie is wel differentieerbaar voor `x = 0` .
`g'(x) = 1/(x+1)` , `g''(x) = (text(-)1)/((x+1)^2)` , `g^((3))(x) = (2)/((x+1)^3)` , `g^((4))(x) = (text(-)6)/((x+1)^4)` en `g^((5))(x) = (24)/((x+1)^5)` .
Dus `g(x) = ln(x+1) ~~ x - 1/2 x^2 + 1/3 x^3 - 1/4 x^4 + 1/5 x^5` .
`ln(x) ~~ x - 1 - 1/2 (x-1)^2 + 1/3 (x-1)^3 - 1/4 (x-1)^4 + 1/5 (x-1)^5` .
Vergelijk de grafieken van `y_1=ln(x)` en `y_2 = x - 1 - 1/2 (x-1)^2 + 1/3 (x-1)^3 - 1/4 (x-1)^4 + 1/5 (x-1)^5` (in de buurt van `x=0` ).
Bijvoorbeeld bij een gegeven waarde van `x` eerst `2*x-4 = a` berekenen (binair rekenen), vervolgens `text(e)^a = b` (Taylorbenadering) en dan `3*b+10` (binair rekenen).
`f'(x) = cos(x)` , `f''(x) = text(-)sin(x)` , `f^((3))(x) = text(-)cos(x)` , `f^((4))(x) = sin(x)` , `f^((5))(x) = cos(x)` .
Gebruik `sin(0) = 0` , `cos(0) = 1` . (Denk om radialen!)
`f(x) = sin(x) = x - 1/6 x^3 + 1/120 x^5 - 1/5040 x^7 + 1/362880 x^9 - 1/3991680 x^11`
`sin(1/2 pi) ~~ 0,9731965473` , dus mwah!
`sin(1/4 pi) = 1/2 sqrt(2) ~~ 0,7071067812` .
Taylorbenadering met vier termen:
`sin(1/4 pi) ~~ 0,7071064696`
.
Dus een benadering met vier termen is genoeg om zes decimalen nauwkeurig te krijgen.
`sin(1^@) = sin(1/180 pi) ~~ 0,0174524064` (Taylorbenadering met vier termen).
`f(x) = cos(x) = 1 - 1/2 x^2 + 1/24 x^4 - 1/720 x^6 + 1/40320 x^8 - ...` .
`cos(x) = sin(1/2 pi - x) = sin(x + 1/2 pi)` , dus de cos-functie is een verschoven sin-functie.
Nee, immers `tan(x) = (sin(x))/(cos(x))` , dus dit kan met binair rekenen worden opgelost vanuit Taylorbenaderingen van `sin(x)` en `cos(x)` .
Omdat
`2^x = (text(e)^(ln(2)))^x = text(e)^(x * ln(2))`
geldt
`2^x = 1 + x*ln(2) + 1/2 x^2 * (ln(2))^2 + 1/6 x^3 * (ln(2))^3 + 1/24 x^4 * (ln(2))^4 + ...`
Dit geeft `sqrt(2) = 2^(1/2) ~~ 1,414214` .
Gebruik `\ ^2log(x) = (ln(x))/(ln(2))` .
Eerder: `ln(x) ~~ x - 1 - 1/2 (x-1)^2 + 1/3 (x-1)^3 - 1/4 (x-1)^4 + 1/5 (x-1)^5 - ...` .
Dus: `\ ^2log(x) ~~ 1/(ln(2))(x - 1 - 1/2 (x-1)^2 + 1/3 (x-1)^3 - 1/4 (x-1)^4 + 1/5 (x-1)^5 - ...)` .
Nu is
`x = 1/2`
en dus
`x-1= text(-)1/2`
.
Voer dit in de Taylorbenadering in die je bij a hebt gevonden.
Je krijgt
`\ ^2log(1/2) ~~ text(-)0,99335...`
en dat wijkt
`0,00665...`
af van de juiste uitkomst.
`f(x) = 1/(1+x) = 1 - x + x^2 - x^3 + x^4 - x^5 + ...`
Taylorbenadering met drie termen:
`f(0,0034) ≈ 0,99661156`
.
Grafische rekenmachine:
`f(0,0034) ≈ 0,9966115208`
.
Met drie termen heb je al een benadering in zes decimalen nauwkeurig.
`E(v) = m_0 c^2 (1 - 1/(c^2) * v^2 )^(text(-)1/2)`
en dan hogere afgeleiden berekenen.
Je krijgt:
`E(v) ~~ m_0 c^2 + 1/2 m_0 v^2 + (3m_0)/(8c^2) v^4`
.
De eerste term is de rustenergie en de tweede term is de bewegingsenergie van de massa.
Uit
`arcsin(sin(x)) = x`
volgt na beide zijden differentiëren:
`[arcsin(sin(x))]' * cos(x)=1`
.
Dit geeft
`[arcsin(sin(x))]' = 1/(cos(x)) = 1/(sqrt(1-sin^2(x)))`
.
Vervang nu
`sin(x)`
door
`x`
en je krijgt:
`[arcsin(x)]' = 1/(sqrt(1 - x^2))`
.
`arcsin(x) = x + 1/2 * (x^3)/(3) + (1*3)/(2*4) * (x^5)/(5) + (1*3*5)/(2*4*6) * (x^7)/(7) + ...`
`pi = 6 * arcsin(1/2) ≈ 3,14115534` als je de Taylorbenadering met vier termen bij b gebruikt.
GR: `text(e)^2 ~~ 7,389056099`
Taylorbenadering: `text(e)^2 ~~ 1 + 2 + 1/2 * 2^2 + 1/6 * 2^3 + 1/24 * 2^4 = 7`
En daarna: `text(e)^2 ~~ 1 + 2 + 1/2 * 2^2 + 1/6 * 2^3 + 1/24 * 2^4 + 1/120 * 2^5 = 7,2666...`
En daarna: `text(e)^2 ~~ 1 + 2 + 1/2 * 2^2 + 1/6 * 2^3 + 1/24 * 2^4 + 1/120 * 2^5 + 1/720 * 2^6 = 7,3555...`
Enzovoort...
`text(e)^x ~~ text(e)^2(1 + x + 1/2 x^2 + 1/6 x^3 + 1/24 x^4 + ...)`
Benadering rond `x=0` geeft `text(e)^(2,1) ~~ 1 + 2,1 + 1/2 2,1^2 + 1/6 2,1^3 + 1/24 2,1^4 ~~ 7,6588375` .
Benadering rond `x=2` geeft `text(e)^(2,1) ~~ text(e)^2(1 + 0,1 + 1/2 0,1^2 + 1/6 0,1^3 + 1/24 0,1^4) ~~ 8,166169286` .
GR geeft `text(e)^(2,1) ~~ 8,166169913` . De tweede benadering is dus meteen veel beter.
Omdat
`3^x = (text(e)^(ln(3)))^x = text(e)^(x * ln(3))`
geldt
`3^x = 1 + x*ln(3)+ 1/2 x^2 * (ln(3))^2 + 1/6 x^3 * (ln(3))^3 + 1/24 x^4 * (ln(3))^4 + ...`
Dit geeft `sqrt(3) = 3^(1/2) ~~ 1,73205` .
`f'(x) = 1/(2sqrt(x))` en daarin kun je `x = 0` niet invullen.
`g(x) = sqrt(x+1) = 1 + 1/2 x - 1/8 x^2 + 3/16 x^3 - 5/128 x^4 + ...`
`sqrt(1,2) = g(0,2) ~~ 1,0964`