Je ziet hier de beroemde wiskundige Carl Friedrich Gauss. Over hem gaat het verhaal dat hij als 11-jarig jongetje door zijn leraar de (in de ogen van de leraar) vervelende opdracht kreeg om de getallen
`1`
t/m
`100`
op te tellen.
Waarop de kleine Carl na enig nadenken zei:
"Het antwoord is 5050"
.
Hoe vond hij dit zo snel uit zijn hoofd?
En wat heeft dit met de titel van dit onderdeel te maken?