In een vijver zwemmen rode en gele karpers. Twee vijfde van de karpers is geel, de rest is rood.
Driekwart van de gele karpers is een vrouwtje. In totaal zijn er even veel vrouwtjeskarpers als
mannetjeskarpers.
Welk gedeelte van de totale karperpopulatie bestaat uit rode mannetjeskarpers?
`p, q`
en
`r`
zijn positieve gehele getallen zo, dat
`p + 1/(q+1/r)=25/19`
.
Hoe groot is hun product?