`f(1+2text(i))=2+4text(i)`
`f(1+2text(i))=text(-)2+text(i)`
`f(1+2text(i))=text(i)`
`f(1+2text(i))=text(-)3+4text(i)`
`f(1+2text(i))=1/(1+2text(i))=0,2-0,4text(i)`
`f(text(-i))=text(-i)+3 +2 text(i)= 3 +text(i)`
`f(2 -text(i))=2 - text(i)+3 +2 text(i)= 5 +text(i)`
`f(2 +3 text(i))=2+3 text(i)+3 +2 text(i)= 5 +5 text(i)`
`f(3 text(i))=3text(i)+3 +2 text(i)=3 +5 text(i)`
Functie `f` telt bij elke `z` uit het domein het complexe getal `3+2i` op. Het bereik is daarom `text(B)_f=[3, 5]xx[1, 5]` .
Een cirkel met middelpunt en straal .
Verschuiving van in -richting en in -richting.
`g(text(-i))= (1 + text(i))*text(-i) =1 -text(i)`
`g(2 -text(i))=(1 +text(i))*(2-text(i)) =3 +text(i)`
`g(2 +3 text(i))=(1 +text(i))*(2 + 3text(i)) =text(-)1 +5 text(i)`
`g(3 text(i))=(1 +text(i))*3text(i) =text(-)3 +3text(i)`
Een rechthoek met de uitkomsten bij a als hoekpunten.
Alle waarden van met .
alle waarden van met `|z| le 2sqrt(2)` en `0,25pi le text(arg)(z) le 0,75pi"`
Draaiing van en vermenigvuldigen met .
Een draaivermenigvuldiging om de oorsprong met factor `sqrt(2)` en draaihoek `1/4pi` en een translatie over vector `((3),(2))`
`f(text(-i))= (1 +text(i))* text(-)text(i)+3 +2text(i) = 4 +text(i)`
`f(2 - text(i))=(1 +text(i))* (2-text(i))+3 +2text(i)=6 +3text(i)`
`f(2 +3 text(i))=(1 +text(i))*(2+3 text(i))+3 +2text(i)=2 +7 text(i)`
`f(3 text(i))=(1 +text(i))* 3text(i)+3 +2text(i)=5 text(i)`
Dat is een rechthoek met hoekpunten `4+text(i)` , `6+3text(i)` , `2+7text(i)` en `5text(i)` .
`g(0 )= 2 text(i)*0+3 -text(i) =3 -text(i)`
`g(3 )=2 text(i)*3+3 -text(i) =3 +5 text(i)`
`g(3 text(i))=2 text(i)*3text(i)+3 -text(i) =text(-)3 -text(i)`
Een draaivermenigvuldiging om de oorsprong met factor `|2text(i)| = 2` en draaihoek `text(arg)(2text(i))=1/2pi` , een translatie over vector `((3),(text(-)1))` (translatie van `3` ten opzichte van de `y` -as en een translatie van `text(-)1` ten opzichte van de `x` -as).
Het domein van
`g`
is een kwart cirkel tussen de
`x`
-as en
`y`
-as met straal
`3`
.
Voor het bereik wordt deze kwartcirkel
`1/2pi`
gedraaid en de straal wordt twee keer zo groot. Het middelpunt wordt verschoven naar
`(3, text(-)1)`
.
`z_1 = 0`
`z_2 = 2(cos(1/4pi)+sin(1/4pi)text(i)) = sqrt(2)+ sqrt(2)text(i)`
`z_3 = 2(cos(text(-)1/4pi) + sin(text(-)1/4pi)text(i)) = sqrt(2) -sqrt(2)text(i)`
`f(0 )=0^2 = 0`
`f(sqrt(2 )+sqrt(2)text(i))= (sqrt(2)+sqrt(2)text(i))^2= 2 + 2*2*text(i) +2text(i)^2 =4 text(i)`
`f(sqrt(2)-sqrt(2)text(i))=(sqrt(2)-sqrt(2)text(i))^2= 2 - 2*2*text(i) +2text(i)^2=text(-)4 text(i)`
wordt parabool van naar en top
en
is niet gedefinieerd
`|f(z)| = 1 / (|z|)`
Als
`|z| le 2`
volgt daaruit
`|f(z)| ge 1/2`
.
`text(arg)(f(z)) = text(-arg)(z)`
Als
`0 le text(arg)(z) le 1/2pi`
volgt daaruit
`text(-)1/2 π≤text(arg)(f(z))≤0`
.
`|f(z)|≥1/4` en `text(-)pi ≤ text(arg)(f(z)) le 0`
`f(0 )=2 text(i)*0+1 -text(i)=1 -text(i)`
`f(3 )=2 text(i)*3+1 -text(i)=1 +5 text(i)`
`f(2 text(i))=2 text(i)*2text(i)+1 -text(i)=text(-)3 -text(i)`
`f(3 +2 text(i))=2 text(i)(3+2text(i))+1 -text(i)=text(-)3 +5 text(i)`
Het bereik is een rechthoek met de uitkomsten uit a als hoekpunten.
`text(B)_f=[text(-)3, 1]xx[text(-)1, 5]`
Een draaivermenigvuldiging om de oorsprong met factor `abs(2text(i))=2` en draaihoek `text(arg)(2text(i))=1/2pi` en een translatie over vector `((1),(text(-)1))` (translatie van `1` ten opzichte van de `y` -as en een translatie van `text(-)1` ten opzichte van de `x` -as.
Herleid de functie met
`z = x + ytext(i)`
.
`f(z)=2 text(i)z+1 -text(i) = 2text(i)*(x + ytext(i))+1 - text(i) = (1 -2 y)+(2 x-1 )text(i)`
Het domein van
`f(z)`
is
`0 le x le 3`
en
`0 le y le 2`
.
Dit geeft het bereik
`text(-)3 ≤ 1 - 2 y ≤ 1`
en
`text(-)1 ≤ 2 x-1 ≤ 5`
.
Het domein is een vierkant van
`3`
bij
`3`
met als middelpunt
`O`
.
`f(z)`
ontstaat door een draaiing van
`1/2pi`
en een vermenigvuldiging van
`2`
.
Het bereik is daarom een vierkant van
`12`
bij
`12`
met als middelpunt
`O`
.
`g(z)`
ontstaat door een translatie van
`text(-)2`
ten opzichte van de
`x`
-as en een translatie van
`1`
ten opzichte van de
`y`
-as.
Het bereik is
`[text(-)2, 4]xx[text(-)5, 1]`
.
Het domein is een vierkant met hoekpunten
`text(-)3-3text(i)`
,
`3-3text(i)`
,
`3+3text(i)`
en
`text(-)3+3text(i)`
.
`f(text(-)3-3text(i))=text(-)1-12text(i)`
`f(3-3text(i))=11`
`f(3+3text(i))=text(-)1+12text(i)`
`f(text(-)3+3text(i))=text(-)13`
Het bereik is een vierkant met hoekpunten
`text(-)1 +12text(i)`
,
`11`
,
`text(-)13`
en
`text(-)1 -12text(i)`
.
`k(z)=z/(1+text(i))=1/2(1-text(i))z`
Het domein is een vierkant met hoekpunten
`text(-)3-3text(i)`
,
`3-3text(i)`
,
`3+3text(i)`
en
`text(-)3+3text(i)`
.
`f(text(-)3-3text(i))=text(-)3`
`f(3-3text(i))=text(-)3text(i)`
`f(3+3text(i))=3`
`f(text(-)3+3text(i))=3text(i)`
Het bereik is een vierkant met hoekpunten
`3`
,
`text(-)3`
,
`3text(i)`
en
`text(-)3 text(i)`
.
`|f(z)|≤8` en `3/4 π≤text(arg)(f(z))≤2 1/4 π`
Als alle `z` op een lijn door `O` liggen, dan is `text(arg)(z)` en ook `text(arg)(z^3)=3text(arg)(z)` constant.
Dan liggen de functiewaarden niet op een rechte lijn.
`f(2text(i))=sqrt(2text(i))=sqrt(2text(e)^(1/2pi text(i)))=(2text(e)^(1/2pi text(i)))^(1/2)=sqrt(2)text(e)^(1/4pi text(i))=1+text(i)`
`f(text(-)2text(i))=sqrt(text(-)2text(i))=sqrt(2text(e)^(text(-)1/2pi text(i)))=(2text(e)^(1/2pi text(i)))^(1/2)=sqrt(2)text(e)^(text(-)1/4pi text(i))=1-text(i)`
`|z| le 2`
en dit geeft
`|f(z)| le sqrt(2)`
.
`text(arg)(f(z))=1/2text(arg)(z)`
en dit geeft
`text(-)1/4pi le text(arg)(f(z)) le 1/4pi`
.
Je krijgt een kwart cirkel met straal `sqrt(2)` en als "hoekpunten" `1-text(i)` en `1+text(i)` .
Er wordt op
`z`
een draaivermenigvuldiging gedaan met een factor van
`sqrt(2)`
en een draaihoek van
`1/4pi`
. Daarna wordt er een translatie van
`2`
ten opzichte van de
`x`
-as toegepast.
De zijden van het vierkant worden daarom
`sqrt(2)`
keer zo groot.
De oppervlakte van het bereik is daarom
`25*sqrt(2)*sqrt(2)=50`
.
`text(e)^(1+pitext(i))=text(e)^1*text(e)^(pitext(i)) = text(e) * text(-)1 = text(-e)`
`text(e)^(1+0,5pitext(i))=text(e)^1*text(e)^(0,5pitext(i)) = text(e) * text(i) = text(ei)`
`f(x+ytext(i)) = text(e)^(x+ytext(i))=text(e)^x*text(e)^(ytext(i))` , dus `|f(z)| = text(e)^x` en `arg(f(z))=y` .
Het argument `y` kan alle waarden aannemen, maar bij `y=p+k*2pi` horen steeds dezelfde hoofdwaarden van het argument.
Bijvoorbeeld `z=x+ptext(i)` en `z=x+(p + 2pi)text(i)` leveren dezelfde functiewaarde op.
Het binnengebied van een cirkel om met straal
`ln(text(i)) = ln(text(e)^(0,5pi)) = 0,5pi`
`ln(text(-)1) = ln(text(e)^(pi)) = pi`
Alle complexe getallen liggen op lijnen van de vorm en .
Een rechthoek met hoekpunten , etc.
Een draaiing van en vermenigvuldigen met en verschuiving van in de -richting.
en `text(-)0,5pi le text(arg)(f(z)) le 0,5pi` .
en `text(-)0,05pi le text(arg)(f(z)) le 0,55pi` .
Een cirkelsector met middelpunt , straal en `0,25pi le text(arg)(f(z)) le 0,75pi` .