Als van de complexe variabele `z=a+btext(i)` het reële deel kan variëren vanaf `0` t/m `2` en het imaginaire deel vanaf `text(-)1` t/m `3,` dan ligt `z` binnen het gebied `[0, 2]×[text(-)1, 3]` van het complexe vlak. Dat is een rechthoekje.
De functie
`f`
met voorschrift
`f(z)=z+3+2text(i)`
heeft dan
`[0, 2]×[text(-)1, 3]`
als domein. Deze functie telt bij elke
`z`
uit het domein het complexe getal
`3+2text(i)`
op.
Het resultaat (het bereik van
`f`
) is een translatie (verschuiving) over vector .
Je ziet hier domein (rood) en bereik (groen) in één figuur.
`z_f`
stelt de functiewaarde
`f(z)`
voor.
Uiteraard zijn ook andere complexe functies denkbaar, kijk maar verder...
In Uitleg 1 wordt de complexe functie met bekeken.
Bereken en . Bekijk in de applet hoe die functiewaarden ontstaan uit de gegeven `z` -waarden.
Als wat is dan ? Ga met de applet na, dat elk punt in het domein van een functiewaarde heeft in het bereik van .
Als bestaat uit alle waarden van met , wat is dan ?
Hoe ontstaat uit ?