Een schaatser schaatst met een constante snelheid van Sneek naar Leeuwarden. Na minuten heeft hij kilometer afgelegd. Geef een formule voor de tijd die hij onderweg is (in minuten) afhankelijk van de afgelegde afstand in km.
De schaatser doet over elke km `14 // 5 = 2,8` minuten. Over km doet hij `2,8 * s` minuten, dus `t = 2,8 * s` minuten. Dit is de gevraagde formule.
Bekijk
Welke twee variabelen zijn hier recht evenredig met elkaar? En waarom?
Je kunt de formule ook vinden door uit te gaan van `t = a*s` en dan uit te rekenen door de gegeven waarden van en in te vullen.
Bereken `a` .
Leeuwarden en Sneek liggen kilometer uit elkaar.
Hoe lang doet de schaatser over deze tocht?
Hoe lang duurt het voordat de schaatser de Elfstedentocht ( km) heeft afgelegd als zijn gemiddelde snelheid gelijk is aan de constante snelheid tussen Leeuwarden en Sneek?
Bekijk
In de natuurkunde wordt vaak de letter
`v`
gebruikt om de snelheid aan te geven.
Waarom stelt nu de evenredigheidsconstante de snelheid voor? In welke eenheden?
Bereken opnieuw de waarde van . Hoe ziet de formule er nu uit?
Je kunt de formule die je in deze opgave hebt gevonden ook afleiden uit die van de vorige opgave.
Laat zien hoe dat gaat.