Volgens de wet van Hooke is de uitrekking `u` in mm van een veer afhankelijk van de kracht `F` in N (Newton) die op één kant van die veer wordt uitgeoefend. Er geldt: `F = c * u` waarin `c` de veerconstante is.
Van een bepaalde veer is de veerconstante `c = 2,4` N/mm.
Je kunt dan berekenen hoeveel de veer uitrekt als je er een bepaald gewicht aan hangt.
Bekijk het verhaal over de wet van Hooke hierboven.
Bedenk dat een massa
`m`
een kracht van
`F = m*g`
op de veer uitoefent, met
`m`
in kg en
`F`
in N. Hierin is
`g`
de gravitatieconstante:
`g ~~ 9,8`
in N/kg.
Je hangt aan een veer met veerconstante
`2,4`
N/mm een gewicht van
`5`
kg.
Hoe groot is de uitrekking van deze veer in mm?
Laat zien dat voor de uitrekking van deze veer de formule `u ~~ 4,1*m` geldt.
Hoe ziet de grafiek bij de formule `u ~~ 4,1*m` er uit?
Welke massa heeft een gewicht dat een uitrekking van `3` cm veroorzaakt?
De massa `m` (in kg) van een stalen steunbalk is afhankelijk van de lengte `L` (in m). Hier zie je enkele meetgegevens:
`m` (in kg) | `80` | `100` | `120` | `140` | `160` |
`L` (in m) | `3,01` | `3,75` | `4,49` | `5,26` | `5,98` |
Kun je nu vaststellen dat `m` recht evenredig is met `L` ?
Stel ook een formule op voor `L` afhankelijk van `m` .
Welke massa heeft een balk van `5` m volgens de formule? Geef het antwoord in kg nauwkeurig.