De auto legt elke seconde
`27,78`
m af.
Na
`5,00`
s heeft hij
`5,00 * 27,78 = 139`
m afgelegd.
Na
`15,0`
s is de auto
`3xx`
zo ver van Yorick verwijderd als na
`5,00`
s.
Dat is
`15,0 * 27,78 = 417`
m.
Je hebt voor de antwoorden bij a en b steeds de snelheid vermenigvuldigd met de tijd.
Dit schrijf je in formulevorm op als:
`s = 27,78 * t`
.
`s = v * t`
aantal km dat je kunt rijden `= 16 xx` het aantal liter benzine.
`8xx16 = 128` km.
`272//16 = 17` liter.
`1250 xx 0,13 = 162,50` euro.
`1000,00 // 0,13 ~~ 7692` DKK.
Eigen antwoord.
Die wordt ook drie keer zo groot, want `0,13 * 3a = 3 * 0,13a` .
Maak een tabel. De grafiek is een rechte lijn door en onder andere .
De grafiek is een rechte lijn door , de oorsprong van het assenstelsel.
De grafiek is nu geen rechte lijn door , de oorsprong van het assenstelsel, want er zijn vaste kosten.
`1750 xx 0,125 = 218,75` euro.
Ja, als verdubbelt, verdubbelt ook .
Doen. De grafiek gaat door en onder andere .
Doen.
Als je invult in krijg je .
Bijvoorbeeld geeft .
Het dubbele van deze -waarde, dus , geeft en dat is niet het dubbele van .
Doen, maak eventueel eerst tabellen, of gebruik GeoGebra, Desmos, of een grafische rekenmachine.
De grafiek gaat niet door `(0, 0)` .
Je moet nagaan of de formule de vorm `y = a*x` heeft. Dat is het geval bij (met evenredigheidsconstante ), (met evenredigheidsconstante ) en (met evenredigheidsconstante ).
De variabelen en . Want als de geschaatste afstand twee keer zo groot wordt, wordt de tijdsduur dat ook, want de schaatser schaatst met een constante snelheid.
`14 = a*5` geeft `a = 14//5 = 2,8` .
`t = 2,8 * 24,6 = 73,92` minuten, dus 1 uur, 13 minuten en 55,2 seconden.
`t = 2,8*200 = 560` minuten, dus 9 uur en 20 minuten.
is dan het aantal km dat er per minuut wordt afgelegd, dus is de snelheid in km/minuut.
`5 = a * 14`
geeft
`a = 5/14 `
.
De formule wordt dan .
`t = 2,8 * s` kun je aan beide zijden delen door . Je krijgt dan `s = t/(2,8) = 10/28 t = 5/14 t` .
`34,50 xx 0,83 = 28,635` , dus € 28,64.
`e = 0,83 * z`
Ook anderhalf keer.
`250 xx 0,83 + 5,00 = 212,50` euro.
Nee, de aankoopkosten komen er nog bij en die veranderen niet als je meer SFr koopt.
Een rechte lijn door en onder andere het punt .
`5,8 * 10x = 58x = 10 * 5,8x = 10y`
`P = pi * d`
Ja, want de straal is de helft van de diameter, dus kun je de formule bij a herleiden tot: `P = pi * d = pi * 2r = 2pi r` .
Nee, voor de oppervlakte van een cirkel geldt `A = pi * r^2 = pi * (1/2 d)^2 = 1/4 pi d^2` . En die formule hoort bij een kwadratisch verband. Als de diameter van een cirkel twee keer zo groot wordt, wordt de oppervlakte vier keer zo groot.
Omdat zij dan al € 780 heeft gespaard.
Als het aantal weken is dat Clarabella spaart, dan geldt voor haar spaargeld: `C = 8 * w` . Voor Alexandra's spaargeld vind je: `A = 780 + 5*w` . Deze bedragen zijn gelijk als `780 + 5*w = 8*w` . En dit levert op . Dus na `260` weken hebben ze evenveel in hun spaarvarken.
Recht evenredig verband met formule .
Geen recht evenredig verband, want het door delen van levert niet éénderde van op.
Recht evenredig verband met formule .
Geen recht evenredig verband, als twee keer zo groot wordt, wordt juist twee keer zo klein.
Recht evenredig verband met formule .
De versnelling van de auto is
`a = (27,0)/(5) = 5,4`
m/s2.
De massa
`m = 1250`
kg.
Dan is de kracht:
`F = m*a = 1250*5,4 = 6750`
N.
De kracht is recht evenredig met de acceleratie.
De acceleratie wordt
`2xx`
zo groot, dus de kracht ook:
`F = 2*6750 = 13500`
N.
`F = m*a`
, dus
`a = F/m`
.
De kracht
`F = 26000`
N en de massa
`m = 1800`
kg.
Invullen van de gegevens in de formule geeft:
`a = (26000)⁄(1800) ~~ 14,44`
m/s2.
Versnellen van
`0`
m/s tot
`27,0`
m/s duurt dan:
`(27,0)/(14,44) ~~ 1,87`
s.
`U = I*R` , want de spanning is evenredig met de stroomsterkte én met de weerstand.
`I = 100`
A en
`R = 0,02`
Ω.
Dit invullen in de formule geeft:
`U = I*R = 100*0,02 = 2,0`
V.
`I = 150`
A en
`R = 0,04`
Ω.
Dit invullen in de formule geeft:
`U = I*R = 150*0,04 = 6,0`
V.
Een rechte lijn door en onder andere het punt .
`0,35 * 10x = 3,5x = 10 * 3,5x = 10y`
Recht evenredig verband met formule `y = 2,5x` .
Geen recht evenredig verband, als twee keer zo groot wordt, wordt juist twee keer zo klein.
Recht evenredig verband met formule .