Lineaire functies > Lineaire functies
12345Lineaire functies

Toepassen

Je fietst met een snelheid van (gemiddeld) `15` km/h terug naar huis vanaf een bepaalde plek.
Deze plek ligt op `18` km van je huis.
Er bestaat een verband tussen de afstand `a` (in km langs de route, dus niet hemelsbreed) tot je huis en de tijd `t` (in minuten) die je onderweg bent.

De bijbehorende formule kun je zelf bedenken: `a = 18 - 0,25*t` .

De grafiek die hierbij hoort is een dalende rechte lijn, want de richtingscoëfficiënt is `text(-)0,25` .

Opgave A1

Bekijk het verhaal van de fietser die (gemiddeld) met een constante snelheid fietst.

b

Bekijk de gegeven formule.
Leg uit hoe je er aan komt.

b

Waarom is de weg die de fietser heeft afgelegd recht evenredig met de tijd, maar de afstand die hij nog tot zijn huis moet afleggen niet?

c

Teken een grafiek bij de gegeven formule.

c

Bereken het snijpunt van de grafiek met de `t` -as.
Wat betekent dit punt voor de fietser?

Opgave A2Vliegwiel
Vliegwiel

Een snel ronddraaiend vliegwiel maakt zo'n `400` rpm ( "rotations per minute" , dus omwentelingen per minuut).

Het wordt afgeremd zo, dat het aantal omwentelingen met `19` rpm afneemt.

Het aantal omwentelingen per minuut is `N` rpm. De tijd is `t` minuten.

a

Waarom is `N` een lineaire functie van `t` ?

b

Stel een formule op voor `N` afhankelijk van `t` .

c

Teken de grafiek van `N` als functie van `t` .

d

Na hoeveel tijd is `N = 20` ?

e

Zal deze formule geldig blijven als het aantal omwentelingen minder wordt?

verder | terug