Lineaire functies > Lineaire vergelijkingen
12345Lineaire vergelijkingen

Verkennen

Opgave V1

Een bedrijf heeft `180` liter van een loogoplossing (dat is een oplossing van natriumhydroxide NaOH in water) nodig. De sterkte van deze oplossing moet `1`  deel NaOH op `5` delen water zijn.

a

Hoeveel NaOH en hoeveel water is er nodig?

b

Misschien kon je bij a geen oplossing vinden, misschien ook wel.
Een aanpak van zo'n probleem is het invoeren van variabelen en het opstellen van vergelijkingen. Welke vergelijkingen bijvoorbeeld?

Opgave V2

Je staat op een viaduct boven de snelweg. Auto `A` rijdt er met een snelheid van `105` km/h onder door. Auto `B` rijdt er `5`  minuten later met een snelheid van `115`  km/h onder door.

a

Na hoeveel tijd heeft auto `B` auto `A` ingehaald?

b

Misschien kon je bij a geen oplossing vinden, misschien ook wel.
Een aanpak van zo'n probleem is het invoeren van variabelen en het opstellen van vergelijkingen. Welke vergelijkingen bijvoorbeeld?

verder | terug