Je kunt een tabel maken waarin je de maximale waarde af kan lezen, of je ziet het in de functie. De maximale hoogte is `38` m.
`text(-)0,095 lt 0` , dus bergparabool.
De symmetrieas is de `y` -as. Hiervoor geldt: `x=0` .
Omdat de macht van de onafhankelijk variabele een kwadraat is (en er geen andere machten voorkomen). En er is sprake van een functie omdat de formule de vorm `h = ...` heeft.
Je vindt dan `h = 1,01` .
De toenames worden telkens `0,08` kleiner. Dus die rij met veranderingen van de toenames is steeds `text(-)0,08` .
Als `x = 10` wordt het kwadraat `0` en gaat er dus zo min mogelijk van `1,5` af. De top is dus `(10; 1,5)` .
Neem `a = 0` en vul dit in de formule in. Je vindt `h = 65` .
Doen, de verandering van de afnames moet steeds hetzelfde getal opleveren, namelijk `2` .
Na `140` m is de hoogte van het punt op de kabel weer gelijk aan die bij de linker toren. Dus de torens staan `140` m uit elkaar.
Het punt `(70, 16)` , dus de kabel zit dan `16` m boven het wegdek.
Omdat het kwadraat niet met een negatief getal wordt vermenigvuldigd. In de applet moet je `a = 1` kiezen, dus een positief getal voor `a` nemen.
Dan weet je welke `x` -waarden je moet kiezen in de tabel.
Zie tabel.
`x` | `text(-)2` | `text(-)1` | `0` | `1` | `2` | `3` | `4` |
`y` | `12` | `7` | `4` | `3` | `4` | `7` | `12` |
`x` | `text(-)2` | `text(-)1` | `0` | `1` | `2` | `3` | `4` |
`y` | `12` | `7` | `4` | `3` | `4` | `7` | `12` |
afname | `text(-)5` | `text(-)3` | `text(-)1` | `1` | `3` | `5` | |
verandering | `2` | `2` | `2` | `2` | `2` |
Ja, die is steeds `2` .
Een bergparabool met top `T(text(-)1, text(-)4)` en symmetrieas `x = text(-)1` . Er is een maximum van `text(-)4` voor `x = text(-)1` .
Een dalparabool met top `T(4, 1)` en symmetrieas `x = 4` . Er is een minimum van `1` voor `x = 4` .
Een bergparabool met top `T(sqrt(3), 2)` en symmetrieas `x = sqrt(3)` . Er is een maximum van `2` voor `x = sqrt(3)` .
`y = (2x - 4)^2 + 3 = (2(x - 2))^2 + 3 = 4(x - 2)^2 + 3`
Het is een dalparabool met top `T(2, 3)` en symmetrieas `x = 2` . Er is een minimum van `3` voor `x = 2` .
Met de
`y`
-as:
`(0, text(-)2)`
.
Met de
`x`
-as: ongeveer
`(text(-)0,7; 0)`
en
`(2,7; 0)`
.
`(x - 1)^2 - 3 = 0` geeft `(x - 1)^2 = 3` en dus `x - 1 = +- sqrt(3)` , zodat `x = 1 +- sqrt(3)` .
De snijpunten zijn `(1 - sqrt(3), 0)` en `(1 + sqrt(3), 0)` .
De symmetrieas is `x = 1` . Beide punten liggen daar `sqrt(3)` van af.
`(text(-)0,73; 0)` en `(2,73; 0)` .
Voor het snijpunt met de -as geldt en dat levert op . Het snijpunt met de -as is dus .
Voor de snijpunten met de -as geldt en dus . Deze vergelijking los je op door terugrekenen: geeft . De bijbehorende snijpunten zijn en .
Een bergparabool omdat het kwadraat met , dus een negatief getal wordt vermenigvuldigd. De top is .
Er is een maximum van voor .
Zie tabel. Teken een bijpassende grafiek.
Los op: `text(-)0,5(x - 6)^2 + 10 = 0` .
`text(-)0,5(x - 6)^2 + 10` | `=` | `0` |
|
`text(-)0,5(x - 6)^2` | `=` | `text(-)10` |
|
`(x - 6)^2` | `=` | `20` |
|
`x - 6` | `=` | `sqrt(20) vv x - 6 = text(-)sqrt(20)` |
|
`x` | `=` | `6 + sqrt(20) vv x = 6 - sqrt(20)` |
Dit zijn de nulpunten van deze functie.
Een dalparabool met top . Er is een minimum van voor .
Een bergparabool met top . Er is een maximum van voor .
Een dalparabool met top . Er is een minimum van voor .
Een bergparabool met top . Er is een maximum van voor .
De top van de parabool is
`(3, 5)`
.
geeft . Het gevraagde snijpunt is dus .
`text(-)2(x-3)^2+5=0` geeft `x = 3+-sqrt(2,5)` . Schrijf nog wel even de juiste coördinaten op!
De gevraagde afstand is `2*sqrt(2,5)` .
Op de -as geldt en dus . Dit geeft . De snijpunten met de horizontale as zijn dus en .
Op de -as geldt en dus zodat het snijpunt met de verticale as is.
De lijn moet dan door de top van de parabool gaan. Dat is zo als .
De lijn moet dan lager liggen dan de top van de parabool. Dat is zo als `a lt 40` .
De lijn moet dan hoger liggen dan de top van de parabool. Dat is zo als `a gt 40` .
Uit de formule kun je aflezen dat de hoogte van dit gebouw `7` m is.
`~~6,76` m.
De top kun je uit de formule aflezen: . Het rechter ophangpunt zit bij . Als je dit invult in de formule krijg je inderdaad .
m.
Maximum is
`y = 2`
bij
`x = 6`
.
Er is een maximum omdat de grafiek een bergparabool is.
Maak eerst een geschikte tabel rond het punt `(6, 2)` .
Met de
`y`
-as:
`(0; 0,2)`
.
Met de
`x`
-as:
`(6-sqrt(40); 0)`
en
`(6+sqrt(40); 0)`
.
`(0, 0)` en `(12, 0)` .