Kwadratische functies > Kwadratische functies
12345Kwadratische functies

Antwoorden van de opgaven

Opgave V1
a

Je kunt een tabel maken waarin je de maximale waarde af kan lezen, of je ziet het in de functie. De maximale hoogte is `38` m.

b

`text(-)0,095 lt 0` , dus bergparabool.

c

De symmetrieas is de `y` -as. Hiervoor geldt: `x=0` .

Opgave 1
a

Omdat de macht van de onafhankelijk variabele een kwadraat is (en er geen andere machten voorkomen). En er is sprake van een functie omdat de formule de vorm `h = ...` heeft.

b

Je vindt dan `h = 1,01` .

c

De toenames worden telkens `0,08` kleiner. Dus die rij met veranderingen van de toenames is steeds `text(-)0,08` .

d

Als `x = 10` wordt het kwadraat `0` en gaat er dus zo min mogelijk van `1,5` af. De top is dus `(10; 1,5)` .

Opgave 2
a

Neem `a = 0` en vul dit in de formule in. Je vindt `h = 65` .

b

Doen, de verandering van de afnames moet steeds hetzelfde getal opleveren, namelijk `2` .

c

Na `140` m is de hoogte van het punt op de kabel weer gelijk aan die bij de linker toren. Dus de torens staan `140` m uit elkaar.

d

Het punt `(70, 16)` , dus de kabel zit dan `16` m boven het wegdek.

Opgave 3
a

Omdat het kwadraat niet met een negatief getal wordt vermenigvuldigd. In de applet moet je `a = 1` kiezen, dus een positief getal voor `a` nemen.

b

Dan weet je welke `x` -waarden je moet kiezen in de tabel.

c

Zie tabel.

`x` `text(-)2` `text(-)1` `0` `1` `2` `3` `4`
`y` `12` `7` `4` `3` `4` `7` `12`
d
`x` `text(-)2` `text(-)1` `0` `1` `2` `3` `4`
`y` `12` `7` `4` `3` `4` `7` `12`
afname `text(-)5` `text(-)3` `text(-)1` `1` `3` `5`
verandering `2` `2` `2` `2` `2`
e

Ja, die is steeds `2` .

Opgave 4
a

Een bergparabool met top `T(text(-)1, text(-)4)` en symmetrieas `x = text(-)1` . Er is een maximum van `text(-)4` voor `x = text(-)1` .

b

Een dalparabool met top `T(4, 1)` en symmetrieas `x = 4` . Er is een minimum van `1` voor `x = 4` .

c

Een bergparabool met top `T(sqrt(3), 2)` en symmetrieas `x = sqrt(3)` . Er is een maximum van `2` voor `x = sqrt(3)` .

Opgave 5
a

`y = (2x - 4)^2 + 3 = (2(x - 2))^2 + 3 = 4(x - 2)^2 + 3`

b

Het is een dalparabool met top `T(2, 3)` en symmetrieas `x = 2` . Er is een minimum van `3` voor `x = 2` .

Opgave 6
a

Met de `y` -as: `(0, text(-)2)` .
Met de `x` -as: ongeveer `(text(-)0,7; 0)` en `(2,7; 0)` .

b

`(x - 1)^2 - 3 = 0` geeft `(x - 1)^2 = 3` en dus `x - 1 = +- sqrt(3)` , zodat `x = 1 +- sqrt(3)` .

De snijpunten zijn `(1 - sqrt(3), 0)` en `(1 + sqrt(3), 0)` .

c

De symmetrieas is `x = 1` . Beide punten liggen daar `sqrt(3)` van af.

d

`(text(-)0,73; 0)` en `(2,73; 0)` .

Opgave 7
a

Voor het snijpunt met de y-as geldt x = 0 en dat levert op y = - 284 . Het snijpunt met de y-as is dus ( 0 , - 284 ) .

b

Voor de snijpunten met de x-as geldt y = 0 en dus - 4 ( x - 8,5 ) 2 + 5 = 0 . Deze vergelijking los je op door terugrekenen: ( x - 8,5 ) 2 = 1,25 geeft x = 8,5 + 1,25 x = 8,5 - 1,25 . De bijbehorende snijpunten zijn ( 8,5 + 1,25 ; 0 ) en ( 8,5 - 1,25 ; 0 ) .

Opgave 8
a

Een bergparabool omdat het kwadraat met - 0,5, dus een negatief getal wordt vermenigvuldigd. De top is T ( 6 , 10 ) .

b

Er is een maximum van 10 voor x = 6 .

c

Zie tabel. Teken een bijpassende grafiek.

x 0 2 4 6 8 10 12
y - 8 2 8 10 8 2 - 8
d

Los op: `text(-)0,5(x - 6)^2 + 10 = 0` .

`text(-)0,5(x - 6)^2 + 10` `=` `0`

`text(-)0,5(x - 6)^2` `=` `text(-)10`

`(x - 6)^2` `=` `20`

`x - 6` `=` `sqrt(20) vv x - 6 = text(-)sqrt(20)`

`x` `=` `6 + sqrt(20) vv x = 6 - sqrt(20)`

Dit zijn de nulpunten van deze functie.

Opgave 9
a

Een dalparabool met top T ( - 5,7 ) . Er is een minimum van 7 voor x = - 5 .

b

Een bergparabool met top T ( 12 , 45 ) . Er is een maximum van 45 voor x = 12 .

c

Een dalparabool met top T ( - 2 , - 3 ) . Er is een minimum van - 3 voor x = - 2 .

d

Een bergparabool met top T ( 2,5 ; 5 ) . Er is een maximum van 5,5 voor x = 2 .

Opgave 10
a

De top van de parabool is `(3, 5)` .
x = 0 geeft y = - 13 . Het gevraagde snijpunt is dus ( 0 , - 13 ) .

b

`text(-)2(x-3)^2+5=0` geeft `x = 3+-sqrt(2,5)` . Schrijf nog wel even de juiste coördinaten op!

c

De gevraagde afstand is `2*sqrt(2,5)` .

Opgave 11
a

Op de x-as geldt y = - 0,5 ( x - 10 ) 2 + 40 = 0 en dus ( x - 10 ) 2 = 80 . Dit geeft x = 10 + 80 x = 10 - 80 . De snijpunten met de horizontale as zijn dus ( 10 + 80 , 0 ) en ( 10 - 80 , 0 ) .
Op de y-as geldt x = 0 en dus y = - 10 zodat het snijpunt met de verticale as ( 0 , - 10 ) is.

b

De lijn moet dan door de top ( 10 , 40 ) van de parabool gaan. Dat is zo als a = 40 .

c

De lijn moet dan lager liggen dan de top ( 10 , 40 ) van de parabool. Dat is zo als `a lt 40` .

d

De lijn moet dan hoger liggen dan de top ( 10 , 40 ) van de parabool. Dat is zo als `a gt 40` .

Opgave A1Kettinglijn benaderen
Kettinglijn benaderen
a

Uit de formule kun je aflezen dat de hoogte van dit gebouw `7` m is.

b

`~~6,76` m.

Opgave A2
a

De top kun je uit de formule aflezen: ( 0 , 10 ) . Het rechter ophangpunt zit bij x = 50 . Als je dit invult in de formule krijg je inderdaad y = 100 .

b

82,9 m.

Opgave T1
a

Maximum is `y = 2` bij `x = 6` .
Er is een maximum omdat de grafiek een bergparabool is.

b

Maak eerst een geschikte tabel rond het punt `(6, 2)` .

c

Met de `y` -as: `(0; 0,2)` .
Met de `x` -as: `(6-sqrt(40); 0)` en `(6+sqrt(40); 0)` .

d

`(0, 0)` en `(12, 0)` .

verder | terug