Machten en wortels > Recht evenredig met een macht
12345Recht evenredig met een macht

Oefenen

Opgave 8

Schrijf de volgende functies in de vorm `y = ax^b` .

a

`y = 4sqrt(x^3)`

b

`y = (0,4x)^3`

c

`y = root[4](3x^3)`

Opgave 9

Schrijf de volgende functies zonder gebroken exponenten.

a

`y = 1/2x^(1/2)`

b

`y = x^(3/5)`

c

`y = (4x)^(1/3)`

Opgave 10

Gegeven is de machtsfunctie `y = 120 x^5` .

a

Bereken `y` als `x = 4` .

b

Bereken voor welke waarde van `x` geldt `y = 20000` . Rond je antwoord af op twee decimalen.

c

Als de waarde van `x` vier keer zo groot wordt, met hoeveel wordt de bijbehorende uitkomst dan vermenigvuldigd?

Opgave 11

Er is een verband tussen de snelheid `v` (in km/h) van een auto en de bijbehorende remweg `s` (in m).
De remweg is de afstand die de auto nog aflegt als je zo hard mogelijk remt.
Een vuistregel voor dit verband is: `s = (v^2)/100*0,75` .

a

`s` is recht evenredig met een macht van `v` . Hoe groot is de evenredigheidsconstante?

b

In een weg zit een scherpe bocht waarin je maar `10`  meter vooruit kunt kijken. Een eis voor veilig rijden is dat je moet kunnen stoppen binnen de afstand die je kunt overzien. Wat is volgens deze vuistregel de maximumsnelheid in deze bocht?

c

Geef de formule waarmee de snelheid wordt uitgedrukt in de remweg. Beschrijf in woorden wat voor verband dit is.

d

Geef commentaar op de volgende uitspraak: "Bij een zicht van `100` meter kun je twee maal zo hard rijden als bij een zicht van `50`  meter."

Opgave 12

De slingertijd `T` (in s) van een massa die aan een touw heen en weer slingert wordt gegeven door:

`T = 2pi sqrt(L/g)`

waarin `L` de lengte van het touw (in m) en `g ~~ 9,8` de gravitatieconstante is.

a

Bereken de slingertijd als `L = 0,8` m.

b

Laat zien, dat je de formule kunt schrijven als `T ~~ 2,01*L^(1/2)` .

c

Bereken de lengte van het touw als de slingertijd `1` s bedraagt.

d

Geef een formule voor `L` afhankelijk van `T` .

Opgave 13

Ga uit van een massieve ijzeren balk met ribben `r` , `r` en `10r` in cm. De soortelijke massa van ijzer is `7,89`  g/cm3.

a

Stel een formule op voor de massa `m` van de balk als functie van  `r` .

b

Stel een formule op voor de oppervlakte `A` van de balk als functie van `r` .

c

Laat zien dat `A ~~ 2,28 m^(2/3)` .

d

Bereken de massa van zo'n balk als de totale buitenoppervlakte `150` cm2 is.

verder | terug