Schrijf deze functies als machtsfuncties, dus in de vorm `y = ax^b` .
`y = 3/(x^2)`
`y = (2)/(sqrt(x))`
Herleid deze functies tot een vorm zonder negatieve en/of gebroken exponenten.
`y = 2/3x^(text(-)3)`
`y = (4x)^(text(-)1/2)`
Het volume van een cilinder kun je berekenen met de formule `V = 1/4 π d^2 h` . Hierin is `d` de diameter van het grondvlak en `h` de hoogte van de cilinder, beide in cm. Je wilt blikken maken met een inhoud van `V = 1` liter.
Laat zien, dat `h` dan omgekeerd evenredig is met het kwadraat van `d` en geef de bijbehorende formule.
Herschrijf deze formule tot een formule waarin `h` recht evenredig is met een macht van `d` . Bepaal de evenredigheidsconstante.
Maak een grafiek bij deze formule en bepaal de twee asymptoten.
Bereken de diameter als de hoogte van deze cilinder `10` cm is.