Exponenten en logaritmen > Logaritmen
123456Logaritmen

Uitleg

Voor een andere bacteriekolonie geldt: `B = 4 * 1,5^t` .
Hierin is `B` het aantal bacteriën en `t` de tijd in uren.

Als je nu wilt weten na hoeveel tijd je `1000` bacteriën hebt, dan moet je oplossen:

`4*1,5^t=1000`

Eerst beide zijden delen door `4` geeft:

`1,5^t=250`

Ook een dergelijke vergelijking kun je met behulp van logaritmen oplossen.
Je gebruikt dan de eigenschap `log(g^t) = t*log(g)` .

`1,5^t=250` los je op door aan beide zijden de logaritme te nemen: `log(1,5^t) = log(250)` .
De eerder genoemde eigenschap geeft dan `t * log(1,5) = log(250)` .
En dus is `t = (log(250))/(log(1,5))` .
En dit kun je gewoon met je rekenmachine berekenen: `t = (log(250))/(log(1,5)) ~~ 13,62` .

De oplossing van `1,5^t=250` wordt wel kortweg genoteerd als `t = \ ^(1,5)log(250)` .
Dit is een logaritme met grondtal `1,5` .
Met de oplossing die je eerder zag betekent dit `\ ^(1,5)log(250) = (log(250))/(log(1,5))` .

Opgave 3

Bekijk Uitleg 2.

a

Los zelf de vergelijking `4*1,5^t=2000` op met behulp van de 10-logaritme.

b

Schrijf de oplossing van de vergelijking `1,5^t = 500` op als één logaritme.

c

Hoe bereken je `\ ^(1,5)log(500)` op je rekenmachine?

Opgave 4

Een bacteriekolonie groeit volgens de formule `B = 6*5^t` met `t` de tijd in uren en `B` het aantal bacteriën.

a

Bereken met behulp van logaritmen na hoeveel tijd er `6000` bacteriën zijn.
Geef je antwoord in twee decimalen nauwkeurig.

b

Bereken met behulp van logaritmen de verdubbelingstijd in twee decimalen nauwkeurig.

verder | terug