Exponenten en logaritmen > Logaritmische functies
123456Logaritmische functies

Verkennen

Opgave V1

Een logaritmische functie heeft een formule zoals `y = log(x)` .

Het grondtal van deze logaritme is `10` , dus je kunt deze grafiek vergelijken met die van `y = 10^x` .

a

Maak de grafiek van deze functies in één figuur.

b

Je ziet dat beide grafieken erg op elkaar lijken, ze zijn elkaars spiegelbeeld.
In welke lijn moet je dan spiegelen?

c

Welke asymptoten hebben de beide grafieken?

d

Laat met een paar getallenvoorbeelden zien, dat `log(10^x)=x` en dat `10^(log(x)) = x` .

verder | terug