Exponenten en logaritmen > Logaritmische functies
123456Logaritmische functies

Uitleg

Je ziet hier de grafieken van `y = log(x)` en `y = 10^x` .
Ze zijn elkaars spiegelbeeld in de lijn `y = x` .

`y = log(x)` is een logaritmische functie met:

  • nulpunt bij `x = 1` ;

  • een stijgende grafiek;

  • verticale asymptoot `x=0` .

Je kunt er alleen positieve `x` -waarden invullen.

Je ziet dat de eigenschappen `y = log(x)` het spiegelbeeld zijn van die van `y = 10^x` .
Ze zijn elkaars terugrekenfunctie: `log(10^x) = x` en `10^(log(x)) = x` .

Voor logaritmische functies met andere grondtallen geldt `y = \ ^glog(x) = (log(x))/(log(g))` .
Ze hebben daarom als `g gt 1` dezelfde eigenschappen als `y = log(x)` .
Als `0 lt g lt 1` zijn hun grafieken dalend.

Opgave 1

Bekijk de grafieken van `y_1 =10^x` en `y_2 =log(x)` .

a

Het punt `(10, 1)` ligt op de grafiek van `y_2` . Welk punt op de grafiek van `y_1` is het spiegelbeeld van dit punt bij spiegeling in de lijn `y=x` ?

b

Noem nog twee punten op de grafiek van `y_2` en geef voor beide punten het bijbehorende spiegelbeeld op de grafiek van  `y_1` .

c

Laat met een voorbeeld zien dat `y_1` en `y_2` elkaars terugrekenfunctie zijn.

d

Los op `log(x) le 3` .
Houd rekening met de `x` -waarden die je in een logaritme mag invullen.

Opgave 2

Bekijk de grafieken van `y_1 = 2^x` en `y_2 = \ ^2log(x)` .

a

Maak beide grafieken.

b

Het punt `(4, 2)` ligt op de grafiek van `y_2` . Welk punt op de grafiek van `y_1` is het spiegelbeeld van dit punt bij spiegeling in de lijn `y = x` ?

c

Noem nog twee punten op de grafiek van `y_2` en geef voor beide punten het bijbehorende spiegelbeeld op de grafiek van `y_1` .

d

Los op `\ ^2log(x) le 3` .

e

Laat zien, dat `y = \ ^2log(x) ~~ 3,32*log(x)` .

Opgave 3

Plot de grafieken van `y_1 = (1/2) ^x` en `y_2 = \ ^ (1/2) log(x)` .
De eigenschappen van `y_2` kun je afleiden uit die van `y_1` .

a

Welke asymptoot heeft de grafiek van `y_2` ?

b

Voor welke waarde van `x` is `y_2 = 2` ?

c

Los op `\ ^(1/2)log(x) le 3` .

d

Laat zien, dat `y = \ ^(1/2)log(x) ~~ text(-)3,32*log(x)` .

verder | terug