Exponenten en logaritmen > Logaritmische schalen
123456Logaritmische schalen

Theorie

Bij een logaritmische schaalverdeling plaats je machten van `10` op gelijke afstanden van elkaar. Je kunt dan zowel heel kleine als heel grote getallen plaatsen. Met behulp van de logaritmeknop op de rekenmachine kun je snel vinden welke macht van `10` bij een bepaald getal hoort.

  • `log(1250) ≈ 3,10`
    Je plaatst `1250` op `3,10` eenheden boven `10^0` , dat is tussen `10^3` en `10^4` .

  • `log(0,074) ≈ text(-)1,13`
    Je plaatst `0,074` op `1,13` eenheden onder `10^0` , dat is tussen `10^(text(-)1)` en `10^(text(-)2)` .

Gebruik je op de verticale as een logaritmische schaal en op de horizontale as een gewone lineaire schaal, dan wordt de grafiek van een exponentiële functie een rechte lijn. Er bestaat speciaal enkellogaritmisch papier dat bestaat uit een as met een logaritmische schaalverdeling.

Omdat een rechte lijn op enkellogaritmisch papier de grafiek is van een exponentiële functie, kun je dat papier gebruiken om na te gaan of er tussen twee variabelen een exponentieel verband bestaat. Bij de grafiek kun je in dat geval een bijpassende formule opstellen.

verder | terug