Zet op de logaritmische schaal de getallen `7250` en `0,002` uit. Lees ook af welke waarden `a` en `b` hebben.
Reken eerst de getallen `7250` en `0,002` om.
`log(7250) ≈ 3,86`
en hieruit volgt
`7250 ≈ 10^(3,86)`
.
Plaats
`7250`
op
`3,86`
eenheden boven
`10^0`
, dat is tussen
`10^3`
en
`10^4`
.
`log ( 0,002 ) ≈ text(-)2,70`
en hieruit volgt
`0,002 ≈ 10^(text(-)2,70)`
.
Plaats
`0,002`
op
`2,70`
eenheden onder
`10^0`
, dat is tussen
`10^(text(-)2)`
en
`10^(text(-)3)`
.
Lees nu af:
`a ≈ 10^(1,5) ≈ 32`
`b ≈ 10^(text(-)0,9) ≈ 0,13`
Lees het getal `a` op deze logaritmische schaal af.
Teken een logaritmische schaal met waarden van `10^(text(-)6)` tot `10^7` .
Geef de getallen `20` , `20000` en `0,02` op deze schaal aan.
Een mens is ongeveer `1,80` meter groot. Geef dit getal op je schaalverdeling aan. Neem aan dat de schaal in meters is gegeven.
De Mount Everest is ongeveer `8884` meter hoog. Geef dit getal op je schaalverdeling aan.
Een amoebe is een ééncellig organisme met een afmeting van `0,003` tot `0,8` millimeter. Geef deze getallen op je schaalverdeling aan.
Op de schaalverdeling is `a` het getal dat midden tussen `10^3` en `10^4` in zit. Bereken `a` in gehelen.