Exponenten en logaritmen > Logaritmische schalen
123456Logaritmische schalen

Verkennen

Opgave V1

In de figuur hiernaast zie je een grafiek getekend, waarbij je zowel kleine waarden als grote waarden kunt aflezen.
Eerder heb je een tabel gemaakt, die hoort bij de formule:

`L = 10*log(I/(I_0)) = 10*log(I/(10^(text(-)12)))`

Je zag toen dat de waarden niet in een lineair assenstelsel getekend konden worden.

a

Wat is er zo bijzonder aan die schaalverdeling?

b

Teken zelf eens zo'n schaalverdeling op de verticale as en maak de grafiek van `L` als functie van  `I` .

verder | terug