Je ziet hier een schematische tekening van een windmolen. Punt
`P`
is een vleugeltip.
De hoogte van de molen is
`d`
(in m), de lengte van de wieken is
`a`
(in m) en de omwentelingstijd van een wiek is
`p`
(in s).
Als `a = 8` , `d = 28` en `p = 10` , dan is:
`h = 8*sin((2pi)/(10)*t) + 28`
de formule die de hoogte `h` (in m) van punt `P` boven de grond beschrijft.
Leg uit hoe je aan deze formule komt.
Bekijk de grafiek van
`h`
. De horizontale stippellijn heet wel de evenwichtsstand van de grafiek.
Door welk getal wordt die evenwichtsstand bepaald?
De maximale uitwijking uit de evenwichtsstand heet de amplitude.
Welk getal bepaalt de amplitude?
Waar vind je in de formule van `h` de periode (de omwentelingstijd) terug?
Het punt `Q` is de vleugeltip van de volgende wiek. De grafiek van de hoogte `h_Q` van die tip lijkt erg op die van `h` . Welk verschil is er? En welke formule hoort er bij `h_Q` ?