Periodieke functies > Periodiciteit
12345Periodiciteit

Oefenen

Opgave 8

Bekijk de grafiek van deze periodieke functie.

a

Bereken de uitkomst bij `x = 25` .

b

Voor welke waarden van `x` is `y = 10` ?

c

Bepaal de waarden van `x` waarvoor `y = 5` met `0 le x le 9`

Opgave 9

Een grafiek bestaat in een `Oxy` -assenstelsel uit rechte lijnstukken tussen de punten `(100, 1000)` , `(110, 600)` , `(140, 1000)` , `(150, 600)` , `(180, 1000)` , enzovoort. Het patroon gaat oneindig ver door.

a

Hoe groot is de periode van deze grafiek?

b

Bereken de waarde van `y` bij `x=250` .

c

Teken de grafiek met `0 ≤x≤100` .

d

Bereken de waarde van `y` bij `x = text(-)250` .

e

Hoeveel getallen `x` met `0 le x le 100` bestaan er bij `y = 900` ?

Opgave 10

Punt `A` ligt op een wiel op afstand `1` van het middelpunt. Noem de hoogte van punt `A` ten opzichte van de horizontale as door het middelpunt `h` met `t` de tijd in seconden. Punt `A` begint rechts, `h = 0` bij `t = 0` . Het wiel draait in `6` seconden rond, linksom.

a

Hoe groot is `h` als `t = 1,5` ?.

b

Bereken de hoogtes bij `t = 4,5` , `t = 10,5` en `t = 16,5` .

c

Op welke tijdstippen zit punt `A` even hoog als op `t = 0,75` ?

d

Op welke tijdstippen zit punt `A` op een hoogte van `h = 0,5` ?

Opgave 11

Een torenklok heeft een grote wijzer met een lengte van `1,5` m. De beide wijzers zitten bevestigd op de as van de klok op `45` m boven de grond. Punt `T` stelt de punt van deze grote wijzer voor. De hoogte `h` in meter van `T` boven de grond hangt af van de draaihoek `α` . Neem aan dat `α=0` om 12:00 uur. De wijzer draait rechtsom.

a

Hoe hoog zit `T` boven de grond op 2:10 uur?

b

Teken de grafiek van `h` afhankelijk van `alpha` .

c

Er zijn twee tijdstippen waarop `h=46` . De bijbehorende punten waar `T` dan zit zijn `A` en `B` . Hoe ver zitten die punten `A` en `B` van elkaar?

verder | terug