Periodieke functies > Graden en radialen
12345Graden en radialen

Voorbeeld 2

Bepaal met een rekenmachine of met Desmos of GeoGebra:
`sin(1/36 pi)` , `sin(5/9 pi)` , `sin(5 5/9 pi)` en `sin(55 5/9 pi)`
Rond af op drie decimalen.
Waarom zijn de laatste twee uitkomsten hetzelfde?

> antwoord
Op de TI-84 Plus

Reken in radialen, want er zijn geen gradentekens.
Laat de (grafische) rekenmachine, Desmos,of GeoGebra dan ook in radialen rekenen. Ga na, hoe je dat moet instellen.

Ga na dat:
`sin(1/36 pi)~~0,087`
`sin(5/9 pi)~~0,985`
`sin(5 5/9 pi)~~text(-)0,985`
`sin(55 5/9 pi)~~text(-)0,985`

De laatste twee uitkomsten zijn gelijk omdat tussen `5 5/9 pi` en `55 5/9 pi` precies `50pi = 25*2pi` zit. Dat zijn precies `25` periodes.

Opgave 6

Bekijk Voorbeeld 2.

a

Bepaal afgerond op drie decimalen `sin(1/55 pi)` .

b

Leg uit waarom `sin(40 1/55 pi) = sin(1/55pi)` .

c

Geef nog twee verschillende waarden voor `alpha` waarvoor geldt `sin(alpha) = sin(1/55 pi)` .

Opgave 7
a

Leg uit waarom `sin(alpha) = sin(alpha+k*2 pi)` en `cos(alpha) = cos(alpha+k*2pi)` , waarbij `k` een geheel getal is.

b

Welke waarden kunnen `sin(alpha)` en `cos(alpha)` aannemen?

c

Geef twee verschillende waarden voor `alpha` waarvoor geldt:
`cos(0,1pi) = cos(alpha)`

verder | terug