Periodieke functies > Graden en radialen
12345Graden en radialen

Verkennen

Opgave V1

In de figuur is een kwart cirkel getekend, waarvan de straal `1` is.

De hele cirkel is in `360^@` verdeeld, hoeken heb je tot nu toe in graden uitgedrukt.

a

Hoe lang is de rode cirkelboog? Leg uit waarom `30^@` overeenkomt met een booglengte van `1/6 pi` .

Als je de grootte van een hoek door zijn booglengte in een cirkel met straal `1` beschrijft, krijg je hoeken in radialen. Dus `30^@` komt overeen met `1/6pi` radialen.

b

Waarom is het van belang dat de cirkel waarin je de booglengte uitrekent een straal van `1` heeft?

c

Reken om van graden naar radialen: `60^@` , `90^@` , `180^@` , `50^@` .

verder | terug