Periodieke functies > Sinusfunctie en cosinusfunctie
12345Sinusfunctie en cosinusfunctie

Oefenen

Opgave 9

Bekijk de grafiek van `y = sin(x)` met `text(-)pi le x le 3pi` .
Los op. Geef je antwoorden afgerond op drie decimalen.

a

`sin(x) = 0,35`

b

`sin(x) = text(-)0,35`

c

`sin(x) = 1/2 sqrt(3)`

d

`sin(x) = text(-) 1/2 sqrt(2)`

Opgave 10

Bekijk de grafiek van `y = cos(x)` met `text(-)pi le x le 3pi` .
Los op. Geef je antwoorden afgerond op drie decimalen.

a

`cos(x) = 0,35`

b

`cos(x) = text(-)0,35`

c

`cos(x) = 1/2 sqrt(3)`

d

`cos(x) = text(-) 1/2 sqrt(2)`

Opgave 11

Geef alle oplossingen.

a

`sin(x) = 1`

b

`sin(x) = sin(1)`

c

`sin(1) = x`

Opgave 12

Geef alle oplossingen. Rond zo nodig af op drie decimalen.

a

`cos(x) = 1`

b

`cos(x) = cos(1 )`

c

`cos(1) = x`

d

`cos(x) = sin(1)`

Opgave 13

Maak de grafieken van `y = sin(x)` en `y = cos(x)` in één figuur.
Los op: `sin(x)=cos(x)` .

verder | terug