Periodieke functies > Sinusfunctie en cosinusfunctie
12345Sinusfunctie en cosinusfunctie

Verkennen

Opgave V1

Maak (bijvoorbeeld met GeoGebra, Desmos of een grafische rekenmachine) de grafiek van `y = sin(x)` .
Denk er om dat vanaf nu `x` in radialen is, tenzij duidelijk wordt aangegeven dat er in graden moet worden gewerkt.

a

De grafiek is periodiek. Hoe groot is de periode?

b

Welke symmetrieassen heeft de grafiek?

c

Leg uit waarom `sin(x) = sin(pi - x)` .

d

Los op: `sin(x) = 0,5` .
Geef je antwoorden in drie decimalen nauwkeurig.

verder | terug