Periodieke functies > Periode, amplitude en evenwichtsstand
12345Periode, amplitude en evenwichtsstand

Testen

Opgave T1

Bepaal van de functies de periode, de amplitude, de evenwichtslijn en de horizontale verschuiving ten opzichte van `y=sin(x)` .

a

`y = 4 sin(4 pi x)`

b

`y = 6 + 2 sin(x+8)`

c

`y = 0,5 cos(0,5 pi x) + 3`

Opgave T2

De wieken van een windmolen draaien rond. De hoogte `h` van de tip van één van die wieken boven de begane grond wordt gegeven door:

`h = 45 + 18*sin(pi*t)`

met `t` de tijd in seconden en `h` de hoogte in m.

a

Met welke omwentelingstijd draaien deze wieken rond?

b

Hoe lang zijn de wieken van deze molen en op welke hoogte zit de draaias van het stel wieken?

c

Maak een grafiek van `h` waarin precies twee periodes zichtbaar zijn.
Welke instellingen voor de assen zijn dan nodig?

d

Hoeveel tijd is deze tip zichtbaar boven een fabriek die voor de molen staat en `35` m hoog is?

verder | terug