Vlakke figuren > Omtrek en oppervlakte
123456Omtrek en oppervlakte

Oefenen

Opgave 14

Hier en op het werkblad zie je een A en een L op roosterpapier. Je mag er van uitgaan dat de hoekpunten van de letter A die geen roosterpunt zijn telkens precies midden tussen twee roosterpunten liggen. Let op: de roostereenheid is `0,5`  cm.

a

Bereken van zowel de A als de L de exacte oppervlakte in mm2.

b

Waarom kun je wel van de L, maar niet van de A de exacte omtrek bepalen?

c

Bereken de omtrek van de L in mm.

Opgave 15

Deze figuren staan ook op het werkblad.

a

b

c

d

e

f

Bereken de oppervlakte van de figuren. Je mag ervan uitgaan dat de figuren d en e lijnsymmetrisch zijn.

Opgave 16

In een assenstelsel zijn de punten `A(0 , text(-)2 )` , `B(3 , text(-)2 )` , `C(2 , 2 )` en `D(text(-)2 , 4 )` gegeven.

a

Bereken de oppervlakte van `Delta ABC` .

b

Bereken de oppervlakte van `DeltaABD` .

c

Bereken de oppervlakte van `DeltaACD` .

Opgave 17

Bekijk de twee driehoeken.

Bereken van beide driehoeken de oppervlakte en de omtrek in één decimaal nauwkeurig.

Opgave 18

Bekijk de drie vierhoeken: een parallellogram, een pijlpuntvlieger en een trapezium.

Bereken de oppervlakte van deze vierhoeken.

Opgave 19

Bekijk de figuur. De onderkant en de bovenkant lopen evenwijdig. De linker bovenhoek is een rechte hoek ( `90^@` ). Alle maten zijn in centimeters.

Bereken de oppervlakte van deze staalplaat.

Opgave 20

Je ziet hier een rechthoekige driehoek `ABC` . De afmetingen van de zijden staan in de figuur.

Bereken de lengte van lijnstuk `BD` met behulp van de oppervlakte van `Delta ABC` .

verder | terug