Van een rechthoekige driehoek `ABC` is `/_A = 90^@` , `AB = 10` cm en `AC = 5` cm.
Teken deze driehoek met zijn omgeschreven cirkel.
Waarom is bij elke rechthoekige driehoek het middelpunt van de omgeschreven cirkel het midden van de langste zijde (hypotenusa)?
Bereken de lengte van de straal van de omgeschreven cirkel van `Delta ABC` .
Gegeven is een driehoek met zijden van `8` , `5` en `4` cm.
Teken het zwaartepunt van deze driehoek.
Teken het hoogtepunt van deze driehoek, dus het snijpunt van de drie hoogtelijnen.