Frank en Thijs trekken elk met een kracht van `500` N aan een touw, terwijl Geert probeert om dit tegen te houden. De figuur hiernaast toont een bovenaanzicht (schets).
Hoe groot is de kracht die Geert moet uitoefenen?
Kies uit:
`1000`
N, minder dan
`1000`
N, meer dan
`1000`
N (verklaar je keuze!).
Geert kan maximaal een kracht van
`1200`
N opbrengen. De grootte van de trekkracht die Frank en Thijs uitoefenen is afhankelijk
van
`alpha`
.
Kies drie mogelijke hoeken
`alpha`
en bereken de kracht die Frank en Thijs moeten uitoefenen om niet van Geert te verliezen.
Veronderstel daarbij dat Frank en Thijs even hard trekken en onder dezelfde hoek.
Frank en Thijs trekken ieder met `650` N onder een hoek van `24 ^@` met de horizontaal. Geert trekt met `1200` N. Maak een schets (bovenaanzicht) van de krachten in deze situatie en bereken wie er wint.