Een regelmatige zeshoek bestaat uit zes gelijkzijdige driehoeken. Als de zijden van die zeshoek cm zijn is van elk van die driehoeken de basis cm en de hoogte cm. De oppervlakte van zo'n zeshoek is dan . Als de zijden van die zeshoek cm zijn is van elk van die driehoeken de basis cm en de hoogte cm. De oppervlakte van zo'n zeshoek is dan .
De boombank heeft dus een oppervlakte van cm2.
De uitslag bestaat uit vier gelijkbenige driehoeken met benen van cm en een basis van cm.
Elk van de vier gelijkbenige driehoeken heeft een basis van cm en een hoogte van cm. De oppervlakte van de uitslag is dus cm2.
`sin(1/2 /_ AFC) = 3/(9,8)` dus `/_ AFC ~~ 36^@` .
`pi*12^2*30 ~~ 13571` cm3 en dat is ongeveer `13,6` liter.
`pi*24*30 ~~ 2262` cm2 papier.
`~~ (1/2)^2 * 2262 ~~ 565` cm2 papier en de letters worden `6` cm hoog.
Omdat ze beide in de doorsnede van een vlak met de balk liggen. Immers .
De lijnen en zijn niet evenwijdig, dus deze punten liggen niet in één vlak.
Deze vierhoek is een trapezium met , en . De hoogte van dit trapezium is .
De oppervlakte van is daarom cm2.
`sin(/_ CAP) = (sqrt(156,5))/13`
dus
`/_ CAP ~~ 74^@`
.
Dus de hoeken zijn ongeveer
`74^@`
,
`74^@`
,
`106^@`
en
`106^@`
.
De oppervlakte is `~~ 62` m2.
`90 * 90 * 65 - 1/4 * pi * 70^2 * 65 ~~ 276351` cm3.
`2 * 90 * 65 + 2 * 20 * 65 + 1/4 * 2pi * 70 * 65 + 2 * (90 * 90 - 1/4 * pi * 70^2) ~~ 29950` cm2.
Je krijgt:
voor een kubus van
`8 xx 8 xx 8`
m:
`V = 512`
m3,
`A_0 = 6*8*8 = 384`
m2, dus
`(A_0)/V = 0,75`
.
een balk van
`8 xx 16 xx 4`
m:
`V = 512`
m3,
`A_0 = 2*8*4+2*8*16+2*4*16 = 448`
m2, dus
`(A_0)/V = 0,875`
.
een balk van
`4 xx 32 xx 4`
m:
`V = 512`
m3,
`A_0 = 2*4*4+4*4*32 = 544`
m2, dus
`(A_0)/V = 1,0625`
.
De kubus, want die heeft naar verhouding de kleinste oppervlakte bij gelijkblijvend volume.
`V = r^3`
,
`A_0 = 6*r^2 = 448`
, dus
`(A_0)/V = (6r^2)/(r^3) = 6/r`
.
Als
`r`
groter wordt, wordt deze verhouding kleiner.
Nu is
`(A_0)/V = (4pi r^2)/(4/3 pi r^3) = 3/r`
.
Voor een bol is deze verhouding altijd kleiner dan voor een kubus.
Je krijgt:
huis met plat dak:
`V = 120`
m3,
`A_0 = 2*8*5+2*8*3+2*5*3 = 158`
m2, dus
`(A_0)/V ~~ 1,32`
.
huis met lessenaarsdak:
`tan(30^@) ~~ 0,577`
geeft voor de extra hoogte links
`~~ 5*0,577~~2,89`
m.
De breedte van het dak wordt dan
`sqrt(5^2 + 2,89^2)~~5,77`
.
`V ~~ 5*8*3+1/2*5*8*2,89~~178`
m3,
`A_0 ~~ 2*5*3+2*1/2*5*2,89+2*8*3+5*8+5,89*8 ~~ 180`
m2, dus
`(A_0)/V = 1,01`
.
huis met zadeldak:
`tan(60^@) ~~ 1,732`
geeft voor de extra hoogte midden
`~~ 2,5*1,732~~4,33`
m.
De breedte van de dakdelen wordt dan
`sqrt(2,5^2 + 4,33^2)=5`
.
`V ~~ 5*8*3+1/2*5*8*4,33~~207`
m3,
`A_0 ~~ 2*5*3+2*1/2*5*4,33+2*8*3+5*8+2*5*8 ~~ 220`
m2, dus
`(A_0)/V = 1,06`
.
huis met schilddak:
`tan(60^@) ~~ 1,732`
geeft voor de extra hoogte midden
`~~ 2,5*1,732~~4,33`
m.
Hoogte voorste/achterste dakdelen wordt
`sqrt(2,5^2 + 4,33^2)=5`
.
Linker/rechter dakdelen zijn trapezia met hoogte
`sqrt(2,5^2 + 4,33^2)=5`
.
`V ~~ 5*8*3+1/3*5*5*4,33+1/2*3*5*4,33~~189`
m3,
`A_0 ~~ 2*5*3+2*8*3+2*1/2*5*5+2*1/2*(8+3)*5 ~~ 158`
m2, dus
`(A_0)/V = 0,84`
.
Het huis met het schilddak kent het minste warmteverlies.
Hoewel: de vergelijking met het huis met het zadeldak gaat niet zo goed op omdat dit
laatste huis ook groter is. Je zou eigenlijk twee van deze huizen met hetzelfde volume
moeten vergelijken!