Aan een tafel in de pizzeria zitten vier mensen.
Ze bestellen alle vier
een pizza van
€
9,00 en een glas cola van
€
1,45.
De ober tikt op de kassa
`4 xx 9 + 1,45`
in. Hij vindt als bedrag
€
37,45.
Aan het eind van de avond, als de bestellingen en de kassa-inkomsten met elkaar vergeleken worden, ontbreekt er een bedrag. De bediening is teleurgesteld, want het tekort wordt op de ontvangen fooien in mindering gebracht. De ober ontdekt meteen zijn fout. Wat is er misgegaan?
Hij had moeten doen: `4 xx 9 + 4 xx 1,45` , of `4 xx (9 + 1,45)` .
Evelien verdient iedere week € 3,50 met het rondbrengen van folders en € 5,50 met oppassen. Als ze na een jaar (van `52` weken) sparen een aardig bedrag voor een vakantie bijeen heeft, doen haar ouders er nog € 100,00 bij.
Welk bedrag heeft ze dan? Schrijf je antwoord als één berekening op.