Ga met behulp van de getallenlijn na:
`3,13` is kleiner dan `3,31` ; je schrijft `3,13 < 3,31`
`0,77` is groter dan `text(-)0,76` ; je schrijft `0,77 > text(-)0,76`
`4,13` ligt in tussen `4,1` en `4,2` ; je schrijft `4,1 < 4,13 < 4,2`
Vul in `>` of ` < ` :
`5,6` ... `5`
`8,2` ... `9`
`0,5` ... `0,501`
`1,34` ... `text(-)1,40`
Bekijk de getallenlijn.
Schrijf twee getallen op die tussen `5,7` en `5,8` liggen.
Schrijf ook twee getallen op die tussen `5,011` en `5,012345` liggen.
Tussen welke twee gehele getallen ligt `6,025` ? Gebruik de notatie met de kleinertekens.
Tussen welke twee getallen met twee cijfers achter de komma ligt `5,3496` ?