Rekenen I > Rekenvolgorde
1234567Rekenvolgorde

Verkennen

Opgave V1

Doe de volgende berekening met behulp van een rekenmachine: `(2+3)/5 = ...`
Het kan zijn dat je `2,6` als antwoord krijgt.
Natuurlijk weet je dat er `1` uit moet komen! Immers `(2+3)/5 = 5/5=1 ` .
Als je voor `(2+3)/5 = ` op je rekenmachine `2+3:5` typt dan vindt de rekenmachine `2,6` .

a

Hoe moet je de berekening goed op je rekenmachine intypen?

Bereken met behulp van de rekenmachine: `(12,36)/(2,13 xx 2,74)=...`
Als je intypt `12,36 : 2,13 xx 2,74` , dan levert dat het antwoord `15,9` op. Dit antwoord is fout.
De rekenmachine werkt de berekening af van links naar rechts.

b

Hoe moet je de berekening goed op je rekenmachine intypen?

Opgave V2

Een chemisch bedrijf koopt voor € 8.160,- een vloeistof die `0,16` euro per liter kost. Omdat de vloeistof met een tankwagen naar het bedrijf wordt gebracht, komen er nog transportkosten bij. Deze bedragen € 510,-

Hoe groot is de prijs per liter inclusief transportkosten?

Opgave V3

Op een weegbrug wegen we een tank van `2,45` m3 olie. De meter geeft `2002,8` kg aan.
Als de tank leeg is, geeft de meter `42,8`  kg aan.
Je kunt dit zien in onderstaande afbeeldingen.

a

Hoeveel kg weegt `1` m3 van de olie?

b

Welke bewerkingen heb je uitgevoerd?

verder | terug