Eind oktober 2005 reed schaatster Cindy Klassen in Calgary een wereldrecord op de
`1500`
m.
De doorkomst- en eindtijden waren als volgt:
afstand (in m) | `400` | `700` | `1100` | `1500` |
tijd (in s) | `25,530` | `53,380` | `82,610` | `113,77` |
Schat de gemiddelde snelheid `v_(text(gem))` van Cindy op de eerste `400` m.
Is de werkelijke gemiddelde snelheid hoger of lager dan je antwoord bij vraag a? Beredeneer je antwoord.
Bereken de gemiddelde snelheid
`v_(text(gem))`
van Cindy over
`1500`
m.
Rond het antwoord af op twee cijfers achter de komma.
Je gaat met drie vrienden koffiedrinken met een lekkere appelpunt erbij. De koffie kost € 1,65 en een appelpunt is € 3,25. Jij betaalt de hele rekening.
Heb je aan `20` euro genoeg?
Bij het afrekenen moet je `4 xx 1,65 + 3,25 = 9,85` euro betalen. Waarom kan dit nooit goed zijn?
Hoeveel moet je wel betalen?