Rekenen I > Eenheden
1234567Eenheden

Testen

Opgave T1

Reken exact om, waar mogelijk in decimale notatie:

a

`67850` pm `=` ... mm

b

`23,5` hm2 `=` ... dm2

c

`18` m/s `=` ... km/h

d

`80` km/h `=` ... m/s

e

`2,5` mg/dL `=` ... g/hL

f

`0,0012` mm/µs `=` ... cm/ms

g

`0,0067` mA `=` ... µA

h

`40*10^4` kV `=` ... MV

Opgave T2

Je wilt bestanden kopiëren van je laptop naar een externe harde schijf.
Het kopiëren gaat gemiddeld met `20` MBps (megabyte/s).

a

Hoeveel minuten en seconden duurt het om een bestand van `8,5`  GB te versturen?

b

Het kopiëren van alle bestanden naar de externe harde schijf duurt in totaal `3` uur, `16` minuten en `30`  seconden. Hoeveel TB heb je gekopieerd? Geef een exact, decimaal antwoord.

Opgave T3

Als je veel te vervoeren of op te bergen hebt, kun je containers huren. Er bestaan verschillende typen en afmetingen. Dit zijn de gegevens van een `20`  ft-zeecontainer:

  • Inhoud: `33,2` m3

  • Afmetingen ( `l xx b xx h` cm) inwendig: `589 xx 234 xx 239`

  • Deuropening ( `b xx h` cm): `233 xx 228`

a

Een ton is `1000` kg. Leg uit waarom `1` ton eigenlijk `1`  megagram zou moeten heten.

b

Ga na dat de opgegeven inhoud van de zeecontainer wel ongeveer klopt. Bereken daarvoor zelf de inhoud in m3, op één decimaal nauwkeurig.

c

De container zelf weegt `2260` kg. De container met inhoud mag maximaal `24000`  kg wegen. Hoeveel ton aan inhoud kun je er in kwijt? (Geef een exact antwoord).

verder | terug