`1,5` cm2
`3,0xx10^(text(-)1)` cm3
`rho = 1,9xx10^(1)` g/cm3 of `1,9xx10^4` kg/m3. Het lijkt hier dus om een echt gouden munt te gaan.
milli; `0,001` g.
`1000` g
`1000` kg
`1` megaton is `1` miljoen ton, dus `1` miljoen `* 1000` kg `= 10^9` kg en dat is `1` miljard kg.
`0,998` g
`1,011` g
`0,0000031` mm
`1` dL = `100` cm3
`100` g
`1000` L
`10000` m2
`0,013` m3 `= 13` L
`12` nm `= 0,0000012` cm
`3,15` ha `= 31500` m2
`0,31` hL `= 31000` cm3
`125` mL `= 0,0125` m3
`0,95` kg `= 950000` mg
`2,95` GB `= 2,95 xx 1.000.000.000` B `= 2950` MB.
`0,95` TB `= 950000` MB.
`60*10^3` Pa `= 60` kPa.
`15*10^(text(-)6)` W `= 15` µW.
`50*10^6` V `= 50` MV.
`4,5*10^(text(-)3)` A `= 4,5` mA.
`1,5*10^6` Ω `= 1,5` MΩ.
`35*10^9` Hz `= 35` GHz.
`86400000` ms
`11` dagen, `13` uur, `46` min en `40` s
`83` dagen en `8` uur.
`58` dagen en `8` uur.
`1234,8` km/h
`1,08 *10^9` km/h
`3 *10^8` m/s
`0,998` g/cm3
`998` kg
`7,7` gram
`0,05` L
`250` cc
`2000` cc
Ongeveer `1` g.
`4800` L
`12` kg/m2
`150000` foto’s
`6` dagen, `22` uur en `40` minuten.
`36` hPa `= 3600` Pa
`1,4*10^5` V `= 0,14` MV
`54` nm `= 5,4*10^(text(-)6)` cm
`1,8` Ts `= 5*10^8` uur
`3,6` kg/m3 `= 3,6` g/L
`12` g/cm3 `= 12` kg/L
`120` km/h `= 33 1/3` m/s
`12` m/s `= 43,2` km/h
`49,5` km/h
`16,7` s
`23,7` kg
`7,19` g/cm3
`V = pi r^2 h = pi * 10,0^2 * 0,900 ~~ 283`
cm3.
`rho = m/V = 400/283 ~~ 1,41`
g/cm3 en dat is
`1,41 · 10^3`
kg/m3.
`10` .
Stamoplossing: `100` mL `= 0,1` L, dus `15 xx 0,1 = 1,5` gram.
Verdunning: `100` mL `= 0,1` L, dus `1,5 xx 0,1 = 0,15` gram.
Je moet `10` keer zoveel water hebben, dus de hoeveelheid water moet `1000` mL worden. Er moet dus nog `900` mL water bij.
`9` delen water.
Elke liter van de stamoplossing bevat
`5,0`
gram zout. Om daar een concentratie van
`1,2`
g/L van de maken heb je
`(5,0)/(1,2) = 4,166...`
keer zoveel water nodig.
Je gebruikt van de stamoplossing
`250/(4,166...) = 60`
mL en voegt daaraan nog
`250-60=190`
mL water aan toe.
Soortelijke warmte
`c`
moet vermenigvuldigd worden met kg⋅K.
Je dient de soortelijke warmte dus te vermenigvuldigen met de massa en het temperatuurverschil
van het inkomende en uitgaande water.
J
`=`
kg x J/(kg⋅K) x K.
Rechts van het
`=`
teken kun je kg en K wegdelen tegen kg⋅K van de soortelijke warmte
`c`
. Je houdt dan J over.
`50 xx 4200 xx 53 = 11130000` J ( `1,113 xx 10^7` J).
`P = Q/t` geeft `P = 11130000/3600 = 3092` J/s.
`0,00006785` mm
`23500000` dm2
`64,8` km/h
`22 2/9` m/s
`2,5` g/hL
`0,12` cm/ms
`6,7` µA
`400` MV
`7` minuten en `5` s
`0,2358` TB
Omdat `1` ton `= 1000` kg `= 1000000` g.
`32,9` m3
`21,74` ton