Rekenen II > Breuken
123456Breuken

Voorbeeld 1

"Van mensen van rond de 30 jaar oud dragen al vier op de tien personen een bril of contactlenzen."

Dit is een uitspraak die ooit stond in een artikel van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Hoeveel personen in een groep van `200` dertigjarigen zouden er een bril of contactlenzen moeten dragen?

> antwoord

De uitspraak betekent dat `4/10` deel van de dertigjarigen een bril of contactlenzen draagt.

Omdat `1/10` van `200` gelijk is aan `20` , zijn er `4 xx 20 = 80` personen in die groep die een bril of contactlenzen dragen.

Je kunt ook de breuk eerst vereenvoudigen: `4/10 = 2/5` .
Dan bepaal je eerst `1/5` deel van `200` en neem je dat `2` keer.

Opgave 7

Schrijf in de volgende gevallen het beschreven deel als breuk.

a

`7` van de `12` personen bestellen een pizza.

b

Van elke `100` mensen hebben er `45` een bril.

c

`1` minuut is een deel van `1` uur.

d

`7` cm is een deel van `1` m.

Opgave 8

Lees het stukje over het voorkomen van kleurenblindheid.

Kleurenblindheid
Kleurenblindheid is het wijdst verspreid onder blanke westerse mannen. Op elke `100` mannen lijden er ongeveer `11` aan één of andere vorm van kleurenblindheid. Onder Aziatische mannen is dat aandeel veel lager, slechts `1` op elke `20` Aziatische mannen is kleurenblind.

a

Welk deel van de westerse mannen is kleurenblind? Geef je antwoord als breuk.

b

Welk deel van de Aziatische mannen is kleurenblind?

c

Laat zien dat het aandeel Aziatische mannen dat kleurenblind is inderdaad kleiner is dan het aandeel westerse mannen dat kleurenblind is.

Opgave 9

Een opslagtank bevat `450` liter vloeistof wanneer hij voor driekwart is gevuld.

Hoeveel liter vloeistof bevat deze tank als hij voor tweederde deel is gevuld?

verder | terug