Rekenen II > Rekenen met breuken
123456Rekenen met breuken

Uitleg

Gelijknamige breuken kun je eenvoudig bij elkaar optellen of van elkaar aftrekken:

  • `3/7 + 2/7 = 5/7`

  • `5/7 - 2/7 = 3/7`

Als breuken niet gelijknamig zijn, moet je ze eerst gelijknamig maken!

  • `1/2 + 1/3 = 3/6 + 2/6 = 5/6` .

Denk er wel om dat beide breuken delen van hetzelfde geheel moeten zijn!

Opgave 1

Bereken en vereenvoudig daarna zoveel mogelijk:

a

`5/9 + 1/9`

b

`11/12 - 7/12`

c

`3 7/12 + 11/12`

d

`4 1/3 - 2 2/3`

Opgave 2

Je wilt de breuken `1/2` en `3/8` optellen.

a

Beide breuken zijn niet gelijknamig. Ze zijn wel gemakkelijk gelijknamig te maken. Hoe?

b

Hoeveel is dus `1/2 + 3/8` ?

c

En hoeveel is `1/2 - 3/8` ?

Opgave 3

Bekijk Uitleg 1.

a

Maak zelf zo'n tekening bij `2/5 + 1/4` .

b

Waarom moeten de twee rechthoeken waarvan je `2/5` en `1/4` deel hebt aangegeven even groot zijn?

c

Waarom maak je de éne verdeling horizontaal en de andere verticaal?

d

Bereken `2/5 + 1/4` .

Je kunt `2/5 + 1/4` ook exact berekenen met de rekenmachine. Je hebt behalve de toetsen voor de cijfers alleen de toetsen en nodig.

e

Wat is dan de uitkomst van deze optelling?

verder | terug