Rekenen II > Rekenen met breuken
123456Rekenen met breuken

Voorbeeld 3

Breuken delen kan door ze eerst gelijknamig te maken:

  • `2/5 // 3/7 = 14/35 // 15/35 = 14/15` .

  • `1 2/5 // 2 3/7 = 7/5 // 17/7 = 49/35 // 85/35 = 49/85` .

Breuken delen kan ook door ze te vermenigvuldigen met het omgekeerde van de tweede breuk:

  • `2/5 // 3/7 = (2/5 * 7/3) // (3/7 * 7/3) = 2/5 * 7/3 = 14/15` .

  • `1 2/5 // 2 3/7 = 7/5 // 17/7 = 7/5 * 7/17 = 49/85` .

Dit kan ook op de rekenmachine met behulp van de breukentoets.
`1 2/5 // 2 3/7` gaat dan zo:

Opgave 9

Bekijk de deling `5/6 // 1/4` .

a

Doe deze berekening met de hand en controleer hem met je rekenmachine. Kies de methode die je het handigst vindt.

b

Welke vraag beantwoord je met deze deling?

Bekijk de deling `3 1/6 // 1 3/4` .

c

Doe deze berekening met de hand en controleer hem met je rekenmachine. Kies de methode die je het handigst vindt.

d

Oefen het delen van breuken via het practicum.

verder | terug