Rekenen II > Breuken en procenten
123456Breuken en procenten

Oefenen

Opgave 9

Bereken het percentage.

a

Hoeveel procent is `1/10` deel?

b

Hoeveel procent is `5` van de `20` ?

c

Hoeveel procent is € 3,50 van € 21,00? Geef je antwoord in één decimaal nauwkeurig.

d

Een bedrag neemt af van € 125,00 naar € 100,00. Hoeveel procent is de korting?

e

Een bedrag neemt toe van € 100,00 naar € 125,00. Hoeveel procent is de toename?

Opgave 10

Bereken het bedrag.

a

Hoeveel is `4` % van € 1000,00?

b

Een bedrag van € 1,34 wordt met `12` % verhoogd. Bereken de nieuwe prijs.

c

Een bedrag van € 24,65 wordt met `28` % verlaagd. Bereken de nieuwe prijs.

d

Een bedrag is met `10` % verhoogd en is nu € 127,50. Bereken de oude prijs.

e

Een bedrag is met `24` % verlaagd en is nu € 40,80. Bereken de oude prijs.

Opgave 11

Bereken.

a

Je krijgt `2/7` deel van € 140,00. Hoeveel procent is dat? Geef je antwoord in één decimaal nauwkeurig.

b

Een trui is afgeprijsd van € 39,00 voor € 34,50. Hoeveel procent is de korting? Geef je antwoord in één decimaal nauwkeurig.

c

Een telefoonabonnement is duurder geworden, van € 15,00 naar € 18,00. Hoeveel procent is het duurder geworden?

Opgave 12

Het water van de Rijn verdeelt zich als het Nederland binnenkomt over meerdere rivieren. Eerst gaat `65` % van het water naar de Waal en `35` % naar het Pannerdensch Kanaal. Dat kanaal splitst zich vlak voor Arnhem, waarbij `60` % van het water naar de Nederrijn stroomt en `40` % naar de IJssel.

a

Hoeveel procent van het Rijnwater stroomt door de IJssel?

b

In het Ruhrgebied in Duitsland wordt het water van de Rijn vervuild doordat er een bepaalde hoeveelheid kleurstof wordt geloosd. Onderzoekers schatten dat `640` kilogram van die kleurstof in de IJssel terecht is gekomen. Hoeveel kilogram kleurstof is er geloosd?

Opgave 13

Marianne is met haar vriendin Anneke aan het winkelen. Op een gegeven moment komen ze langs een winkel met aanbiedingen. Daar stormen ze meteen naar binnen.

a

Marianne ziet een trui van € 49,98. Wat gaat die trui kosten met deze korting?

b

Anneke koopt twee spijkerbroeken met een winkelprijs van elk € 51,75. Wat betaalt ze daarvoor?

Marianne ziet een blouse waarop `20` % korting staat. De winkelprijs is € 33,50 en ze moet er € 27,00 voor betalen.

c

Klopt het kortingspercentage wel?

Opgave 14

Je koopt een fiets van € 650,00 voor € 600,00. Hoeveel procent korting krijg je dan?

a

Bereken dit percentage door eerst de korting in euro's te berekenen.

b

Bereken dit percentage door rechtstreeks met de bedragen `600` en `650` te rekenen.

verder | terug