Rekenen II > Breuken en procenten
123456Breuken en procenten

Voorbeeld 1

Wat is meer: `23` van de `53` of `31` van de `64` ?

> antwoord
aantal 53 23
procent 100 ?

Je kunt werken met een verhoudingstabel: `?=23/53 * 100~~43,4` %.
Of je deelt: `23/53 ~~ 0,434` , dus is het `43,4` %.

aantal 64 31
procent 100 ?

Je kunt werken met een verhoudingstabel: `?=31/64 * 100~~48,4` %.
Of je deelt: `31/64 ~~ 0,484` , dus is dit `48,4` %.

Conclusie: `31` van `64` is meer dan `23` van `53` .

Opgave 3

Wat is naar verhouding meer?

a

`5` van de `11` of `45` van de `100`

b

`23` % of `15/71` deel

Opgave 4

Jaap spaart maandelijks € 18,00 van zijn € 55,00 inkomsten. Zijn oudere broer Willem heeft maandelijks € 125,00 aan inkomsten en spaart € 40,00 euro per maand.

Wie spaart naar verhouding het meest?

verder | terug