Van elke € 100,00 die uitgegeven werd, ging € 5,50 naar het onderwijs.
`11/200` deel.
€ 50,00
€ 44,00
Nee: `50 : 103` is meer dan `44 : 144` .
naar: nationaal scholieren onderzoek Nibud
`30` gram; ook `30` gram.
`300` gram.
De totale massa van de verdunde oplossing is
`300`
g. Je hebt al
`100`
g.
Je moet dus
`300 - 100 = 200`
gram water toevoegen.
`110 - 90 = 20` en `20/90 xx 100 ~~ 22,22` %. Afgerond `22` procent.
`23/100`
`34,50`
`25/100 = 1/4`
`33/100 = 0,33`
en
`1/3 = 0,33333333...`
Dus
`33`
% is iets minder dan
`1/3`
deel.
`10` % van `350` is `10/100xx350=35`
`12/1000 xx 68 = 0,816` , dus € 0,82.
`15/1560 ~~ 0,0096` en `0,0096 xx 100 = 0,96` %.
Bijvoorbeeld met een verhoudingstabel en via `1` rekenen:
bedrag | 45 | 2,25 | 225 |
percentage | 20 | 1 | 100 |
Dus van € 225,00.
`5` van de `11` .
`23` %
Jaap:
`18/55 ~~ 0,33`
dus ongeveer
`33`
%.
Willem:
`40/125 = 0,32`
dus
`32`
%.
Jaap spaart naar verhouding het meest.
`14/16 = 7/8 = 0,875 = 87,5` %
`(136,5)/150 = 0,91 = 91` %
`(0,6)/150 = 0,004 = 0,4` %
€ 568,75
€ 126,00
€ 1,512
Nee, bijvoorbeeld `100xx0,9xx1,1=99` .
`10` %
`25` %
`~~16,7` %
`20` %
`25` %
€ 40,00
€ 1,50
€ 17,75
€ 115,91
€ 53,68
`28,6` %
`~~11,5` %
`20` %
`0,40 xx 0,35 = 0,14 = 14` %
`640/14 xx 100 ~~ 4571` kilogram.
€ 37,49
€ 82,80
Nee, ze krijgt nu maar `19,4` % korting.
Ongeveer `7,7` % korting
`600/650 ~~ 0,923` , dus `600 = 0,923xx650` . In woorden: `600` is `92,3` % van `650` dus `100 - 92,3 = 7,7` % minder.
Aflezen `~~ 19,4` g/m3.
`65` % van `19,4` is ongeveer `12,6` g/m3.
De maximale luchtvochtigheid lees je af: `~~15,5` g/m3.
De werkelijke luchtvochtigheid is: `~~12,6` g/m3.
De relatieve luchtvochtigheid is `(12,6)/(15,5) xx 100 ~~ 81` %.
De werkelijke luchtvochtigheid overstijgt dan de maximale luchtvochtigheid.
De maximale luchtvochtigheid moet dus ook `12,6` g/m3 (of minder) zijn. Dat is het geval bij een temperatuur van ongeveer `14,5` °C.
`8/9 xx 3980 = 3537,777...`
en
`(3980)/(3537,777...) xx 100 ~~ 112,5`
%.
Dat is een toename van
`12,5`
%.
Je had dus eerst `1250 - 250 = 1000` gram oplossing en dus `0,25 xx 1000 = 250` gram zout.
`250/1250 xx 100 = 20` %.
Toevoeging is:
`1/2 - 1/7 = 7/14 - 2/14 = 5/14`
deel van de tank en dat is
`25`
liter.
Dus
`100`
% (
`14/14`
) is
`14/5 xx 25 = 70`
liter.
Je hebt
`1/7 x 70 = 10`
liter, waarvan
`1,75`
kg NaOH. Totaal heb je
`1/7 x 70 = 10`
kg.
Het massapercentage natronloog is derhalve
`(1,75)/10 xx 100 = 17,5`
% natronloog.
Je hebt totaal nu
`10 + 25 = 35`
kg natronloogoplossing.
Het massapercentage natronloog:
`(1,75)/35 xx 100 = 5`
% natronloog.
`3,5% = 1750`
gram
`= 1,75`
kg. Dus
`1`
% is:
`(1,75)/(3,5) = 0,5`
kg.
`100`
% is
`100 x 0,5 = 50`
kg.
Dat is de totale massa van de
`3,5`
% natronloogoplossing.
De tank is al half vol, dat is
`35`
kg.
Fred moet dus nog
`50 - 35 = 15`
kg
`= 15`
liter water toevoegen.
€ 1,50
`~~18,2` ‰
Ongeveer `5` %