Rekenen II > Breuken en procenten
123456Breuken en procenten

Antwoorden van de opgaven

Opgave V1
a

Tussen elke twee opeenvolgende streepjes op de rand van de cirkel zit `5` %.
Hiermee kun je nagaan of de verdeling klopt, bijvoorbeeld: voeding `40` % `= 40/100 = 2/5` deel.
De verdeling klopt.

b

Aan voeding: `2/5` deel `~=2/5xx100%=40%` .
Aan vervoer: `3/20` deel `~=3/20xx100%=15%` .

c

voeding `+` vervoer `+` wonen `=2/5+3/20+3/20=8/20+3/20+3/20=14/20` .
`14/20` deel `~=14/20xx100%=70%` .

d

De tekening van Inge klopt. De helft van `1/10` is `1/20` .

e

Beide berekeningen kloppen.

Opgave 1
a

`23/100`

b

`34,50`

c

`25/100 = 1/4`

d

`33/100 = 0,33` en `1/3 = 0,33333333...`
Dus `33` % is iets minder dan `1/3` deel.

Opgave 2
a

`10` % van `350` is `10/100xx350=35`

b

`12/1000 xx 68 = 0,816` , dus € 0,82.

c

`15/1560 ~~ 0,0096` en `0,0096 xx 100 = 0,96` %.

d

Bijvoorbeeld met een verhoudingstabel en via `1` rekenen:

bedrag 45 2,25 225
percentage 20 1 100

Dus van € 225,00.

Opgave 3
a

`5` van de `11` .

b

`23` %

Opgave 4

Jaap: `18/55 ~~ 0,33` dus ongeveer `33` %.
Willem: `40/125 = 0,32` dus `32` %.
Jaap spaart naar verhouding het meest.

Opgave 5

`14/16 = 7/8 = 0,875 = 87,5` %

Opgave 6
a

`(136,5)/150 = 0,91 = 91` %

b

`(0,6)/150 = 0,004 = 0,4` %

Opgave 7
a

€ 568,75

b

€ 126,00

c

€ 1,512

Opgave 8

Nee, bijvoorbeeld `100xx0,9xx1,1=99` .

Opgave 9
a

`10` %

b

`25` %

c

`~~16,7` %

d

`20` %

e

`25` %

Opgave 10
a

€ 40,00

b

€ 1,50

c

€ 17,75

d

€ 115,91

e

€ 53,68

Opgave 11
a

`28,6` %

b

`~~11,5` %

c

`20` %

Opgave 12
a

`0,40 xx 0,35 = 0,14 = 14` %

b

`640/14 xx 100 ~~ 4571` kilogram.

Opgave 13
a

€ 37,49

b

€ 82,80

c

Nee, ze krijgt nu maar `19,4` % korting.

Opgave 14
a

Ongeveer `7,7` % korting

b

`600/650 ~~ 0,923` , dus `600 = 0,923xx650` . In woorden: `600` is `92,3` % van `650` dus `100 - 92,3 = 7,7` % minder.

Opgave A1Verkeersstroom I
Verkeersstroom I
a

`rarr S: 1/4xx2/5 = 2/20 = 1/10`
`rarr T_R: 3/4xx2/5 = 6/20 = 3/10`
`rarr T_Q: 3/8xx3/5 = 9/40`
`rarr T: 3/10 + 9/40 = 12/40 + 9/40 = 21/40`
`rarr U: 5/8xx3/5 = 15/40 = 3/8`

b

Controle: `1/10 + 21/40 + 3/8 = 4/40 + 21/40 + 15/40 = 40/40 = 1`

c
d

`rarr S: 1/10` deel `~~ 10` %
`rarr T: 21/40` deel `~~ 52,5` %
`rarr U: 3/8` deel `~~ 37,5` %

Opgave A2Verkeersstroom II
Verkeersstroom II
a

`80%` van `35%` is `0,8xx35% = 28% rarr F`
`65%` van `80%` is `0,65xx80% = 52% rarr E`
`70%` van `20%` is `0,7xx20% = 14% rarr E`
`30%` van `20%` is `0,3xx20% = 6% rarr D`

b

`66%` van `1200` auto's is `66xx12 = 792` auto's.

Opgave T1
a

€ 1,50

b

`~~18,2` ‰

Opgave T2

Ongeveer `5` %

verder | terug