Rekenen II > Breuken en procenten
123456Breuken en procenten

Verkennen

Opgave V1

De uitgaven van een gezin zien er als volgt uit:

  • voeding: `2/5` deel;

  • vervoer: `3/20` deel;

  • wonen: `3/20` deel;

  • kleding: `3/20` deel;

  • vrije tijd: `1/10` deel;

  • overig: `1/20` deel.

De uitgaven zijn in een cirkeldiagram weergegeven.

a

Ga na of het diagram inderdaad overeenkomt met de uitgaven.

b

Hoeveel procent wordt er aan voeding uitgegeven en hoeveel procent aan vervoer?

c

Welk deel wordt er in totaal aan voeding, vervoer en wonen samen uitgegeven? Hoeveel procent van het totaal is dat?

d

Aan vrije tijd wordt `1/10` deel van het inkomen uitgegeven. Welk deel is de helft van `1/10` deel?


Steffen maakt er een deling van, Leonie een vermenigvuldiging en Inge maakt er een tekening van. Klopt de tekening van Inge? Wat tekent ze eigenlijk precies? Schrijf dat op!

e

Steffen schrijft: `1/10:2 = (1/2)/10` . Klopt dat wel?
Leonie schrijft: `1/2xx1/10 = 1/2xx2/20 = 1/20` . Klopt dat wel? Leg dit eens uit met de tekening van Inge.

verder | terug