Rekenen II > Machten
123456Machten

Voorbeeld 1

Bij het rekenen moet je machten berekenen voor vermenigvuldigen en delen.

Met haakjes kun je de volgorde beïnvloeden: wat daarbinnen staat doe je eerst. Hier zie je een voorbeeld van hoe je dit kunt toepassen.

`2 * 2^4 + 2 * 3 - 4 *(2 + 6)/(2^3)`
`= 2*16 + 2*3 - 4*8/8`
`= 32 + 2*3 - 4*8/8`
`= 32 + 6 - 4`
`= 34`

Let goed op mintekens en haakjes: `(text(-)17) ^4 = text(-)17 * text(-)17 * text(-)17 *text(-)17 = 83521` , maar `text(-)17^4 = text(-)17 * 17 * 17 * 17 = text(-)83521` .

Opgave 5

Let op de rekenvolgorde en bereken.

a

`4 * 2^5 - 400/(2^4)`

b

`((2^3 + 3^2)^2)/17 - 2^2`

c

`(2 * 1/(2^3))^3`

Opgave 6

Bereken.

a

`500 - text(-)5^3`

b

`500 - (text(-)5)^3`

c

`500 + text(-)5^4`

d

`500 + (text(-)5)^4`

verder | terug