`1/4 + 4/15 = 31/60`
`4/15 - 1/4 = 1/60`
`2 1/4 + 1 4/15 = 3 31/60`
`2 1/4 - 1 4/15 = 59/60`
`1/4 xx 4/15 = 1/15`
`1/4 // 4/15 = 15/16`
`2 1/4 xx 1 4/15 = 57/20 = 2 17/20`
`2 1/4 // 1 4/15 = 135/76 = 1 59/76`
`5/8 xx 2/3 = 10/24 = 5/12` deel.
`5/12 * 960 = 400` .
`240 * 2 1/3 = 560` liter.
`7000 // 2 1/3 = 3000` scooters.
`3/8 + 5/12 = 19/24`
`1 7/8 - 9/8 = 3/4`
`7/12 * 8/13 = 14/39`
`3/5 // 3/50 = 10`
`0,60 xx 78,50 = 47,10` dus € 47,10.
`(21,30)/60 xx 100 = 35,50` dus € 35,50.
`95/295 xx 100 ~~ 32,2` %.
`100`
gram kost
`100/250 xx 1,75 = 0,70`
euro.
Je zou dan
`1,75 + 0,70 = 2,45`
euro moeten betalen.
Echter de fabrikant laat je
`0,70`
euro minder betalen, dat is een korting van
`(0,70)/(2,45)xx100~~28,6`
%.
`sqrt(70) ~~ 8,37`
`sqrt(2*2^2 + 17) = 5`
`(5sqrt(3) + sqrt(3))^2 = 108`
`(6*3^2)/(6-3^2) = text(-)18`
`5^(1+sqrt(25))//25 - 5 = 620`
`7*7^140 = 7^141`
`7^141 // 7^15 = 7^126`
`(7^70)^7 = 7^490`
`7^5 + 42*7^4 = 7^6`
`(3*7^115)/1029 = 7^112`
`(8*7^200)/(7^201 + 7^200) = 1`
`1/2` kg krijt, `1/4` kg caseïne en `1/8` kg aluinpoeder.
`35/20 xx 1/2 = 0,875` kg krijt, `0,4375` kg caseïne en `0,21875` kg aluinpoeder.
Tussen `985` en `1015` gram.
Eigen antwoord.
Gok bijvoorbeeld eerst , dan levert stap 2 het getal op en stap 3 het getal . Dit is je nieuwe gok waarmee je de stappen 2 en 3 herhaalt. Resultaat . En hiermee doe je weer stap 2 en 3; resultaat . En nog een keer; resultaat .
Controleer je antwoord met je rekenmachine.
Neem bijvoorbeeld het benaderen van
`sqrt(12) ~~ 3,464`
.
Na de stappen 1 en 2 heb je een rechthoek van bij die oppervlakte heeft. Dan neem je door het middelen een nieuwe zijde voor die rechthoek. Die zijde
levert weer een nieuwe rechthoek op met dezelfde oppervlakte die al meer lijkt op
een vierkant. Dit proces herhaal je steeds weer. Je rechthoek wordt steeds meer een
vierkant met oppervlakte en dus komt de zijde steeds dichter bij
`sqrt(12) ~~ 3,464`
te liggen.
Bijvoorbeeld met een grafische rekenmachine.