Algebra I > Variabelen optellen/aftrekken
1234567Variabelen optellen/aftrekken

Toepassen

Het herleiden van uitdrukkingen pas je bijvoorbeeld toe als je formules moet optellen of aftrekken.

Een voor de hand liggend voorbeeld is het berekenen van winst door inkomsten en uitgaven van elkaar af te halen.

Een voorbeeld daarvan is de winkelier die een kopieermachine huurt om zijn klanten in staat te stellen kopieën te maken. Hij vraagt € 0,15 per kopie.
Maar het huren en het onderhoud van het apparaat kost met € 125,00 per maand en de kosten voor elke kopie bedragen € 0,06.
Je kunt bij deze situatie een formule opstellen voor de kosten `K` per maand afhankelijk van het aantal kopieën `q` dat er wordt gemaakt. Ook kun je een formule opstellen voor de inkomsten `R` per maand afhankelijk van `q` .
De winst `W` bereken je dan uit `W = R - K` .

Opgave A1

Bekijk hierboven de situatie rond de kopieermachine in een winkel.

a

Stel een formule op voor de inkomsten per maand van de winkelier.

b

Stel ook een formule op voor de totale kosten per maand.

c

Stel nu een formule op voor de maandelijkse winst door inkomsten en kosten van elkaar af te trekken.
Herleid je formule tot een zo eenvoudig mogelijke vorm.

d

Maak een figuur met daarin alle drie de grafieken van `R` , `K` en `W` .

e

Vanaf welk aantal kopieën per maand maakt deze winkelier winst op zijn kopieermachine?

Opgave A2

Volgens het CBS waren er in Nederland in 2017 ongeveer `4,32` miljoen koopwoningen en ongeveer `3,27`  miljoen huurwoningen.

In de periode 2012 - 2017 zijn er `28000` koopwoningen per jaar bijgekomen tegenover `30000` huurwoningen per jaar.

Neem aan dat die jaarlijkse groei zo door gaat en dat `n` het aantal jaren na 2017 voorstelt.

a

Welke formule kun je opstellen voor het aantal koopwoningen `K` (in duizendtallen) afhankelijk van `n` ?

b

Welke formule kun je opstellen voor het aantal huurwoningen `H` (in duizendtallen) afhankelijk van `n` ?

c

Stel een formule op voor het totaal aantal woningen `W` (in duizendtallen) afhankelijk van `n` .

d

Je kunt ook een formule opstellen voor het verschil `V` (in duizendtallen) van het aantal koopwoningen en het aantal huurwoningen. Stel zo'n formule op.

e

Hoe zie je aan deze laatste formule dat het aantal huurwoningen op deze manier het aantal koopwoningen inhaalt?

verder | terug