`104` cm is de kralenketting lang. Alles bij elkaar optellen is geen handige manier.
`L = 4r + 5g` , waarbij `L` de lengte van de kralenketting is, `r` het aantal rode kralen en `g` het aantal groene kralen.
`350` cm is de langste kralenketting die je met de kralen kunt maken.
`P = 2*l + 2*k + 2*l + 2*k = 4k + 4l`
Ja, `k` , `l` en `P` moeten dezelfde lengte-eenheid hebben.
Welke van de volgende uitspraken zijn waar?
`P = 3a +2b` kun je niet herleiden.
`P = 2a + 3b - 3b` kun je herleiden tot `P = 2a` .
`P = 4b - 5b + 3a` kun je herleiden tot `P = 3a+b` .
`P = a + 6a` kun je herleiden tot `P = 7a` .
`P = text(-)3q + 7q` kun je herleiden tot `P = 4q` .
`P = text(-)3b - text(-)2b` kun je herleiden tot `P = text(-)b` .
`P = a + a + b + b + a + a - b - b` kun je herleiden tot `P = 4a` .
`a+a+a+a + a+a = 6a`
Dit blijft `3d + 2t` want er zijn geen gelijksoortige termen.
`5a`
`text(-)2a + 3b + 4a + 7b = text(-)2a + 4a + 3b + 7b = 2a + 10b`
`3a + text(-)2a + 2b + b + b = a + 4b`
`P = 10k + 2l`
`P = 38` cm.
`B = 2k + l`
De lengte is `3` cm.
Figuur I: `P = 8k + 2l`
Figuur II: `P = 6k + 2l`
Er zijn geen gelijksoortige termen, maar je kunt het schrijven als `R = 7,5h + 5a` .
`7,50*15 + 5,00*25 = 237,50` euro
`7,50*12 + 5,00*18 = 180` , dus de opbrengst is € 180,00.
`R = 10,00h + 3,50a`
De opbrengst van haar is `7,50 * 10 + 5,00 * 20 = 175,00` euro en die van hem `10,00 * 10 + 3,50 * 20 = 170,00` euro. Zij heeft dus de grootste opbrengst.
`K = 0,06t + 15 - 0,02t - 5 = 0,04t + 10`
Kosten oude tarief: `0,06 * 120 + 15 = 22,20` euro
Kosten nieuwe tarief: `0,04 * 120 + 10 = 14,80` euro
Je bespaart `22,20 - 14,80 = 7,40` euro.
`K = 0,06t + 15 - 0,01t - 7 = 0,05t + 8` , dus `K = 0,05t + 8`
Kosten na de eerste korting: `0,04 * 220 + 10 = 18,80` euro
Kosten na de tweede korting: `0,05 * 220 + 8 = 19,00` euro
Je kunt dus beter de eerste korting nemen.
Figuur A: `P = 6p + 6r`
Figuur B: `P = 6p + 4r`
`6b + 5l`
`6k + 5l`
`175a + 175b`
`m + 12n + 9p`
`p + 18q`
`4p + 12q`
`2a + 4b`
`x + 4y`
`3p + 2q`
`text(-)3a + 4b + 8c`
`L` staat voor het loon in euro's, `u` voor het aantal gewerkte uren en `a` voor het aantal gevulde manden.
Het vermenigvuldigingsteken mag je weglaten en je mag bij optellen de volgorde veranderen.
€ 43,50
`3r - 4`
`P = 4 + r + 4 + 2r + 4 + r + 4 + r + 4 + 4 + 4 + 3r - 4 = r + 2r + r + r + 3r + 4 + 4 + 4 + 4 + 4 + 4 + 4 - 4 = 8r + 24`
`P = 8*6 + 24 = 72`
patroon 1: `O = 3c + 4a`
patroon 2: `O = 2c + 4b`
`O = 20a + 16b + 23c`
`L1 = 30 - 1,5*t` en `L2 = 50 - 4*t` .
Gebruik bijvoorbeeld GeoGebra, Desmos of een grafische rekenmachine.
Op `t = 8` uur. Lengte `= 18` cm.
Zelfde lengte betekent
`L1 = L2`
. Dat betekent
`30-1,5*t = 50-4*t`
.
Met behulp van de balansmethode volgt hieruit:
`2,5*t=20`
en dus
`t=8`
uur.
Een vierkant van `2` bij `2` cm.
Een strook van `8` bij `0,5` cm.
`5a`
`b`
`34q + 1`
`text(-)k - 1`
`0`
`11x - 4y - 7z`
`W` is het weekloon in euro, `a` het aantal rondgebrachte folders en `b` het aantal rondgebrachte kranten.
Bij optellen mag je de volgorde veranderen.
€ 42,50