In de afbeelding zie je een balk die bestaat uit zes kubussen. Iedere kubus heeft zijden van `r` cm.
Maak een formule waarbij je de inhoud van één kubus kunt berekenen. Noem de inhoud `I` en de zijden `r` .
Maak nu een formule waarbij je de inhoud van de gehele balk berekent. Noem de inhoud weer `I` en gebruik `r` , de lengte van de zijden van een kubus.
Ook de oppervlakte van de balk kun je uitdrukken in `r` . Hoe groot is de oppervlakte van een zijvlak van een kubus?
Hoe groot is de oppervlakte van de bovenkant van de balk? En de voorkant? En de zijkant?
Maak een berekening van de oppervlakte van de gehele balk, uitgedrukt in `r` . Vergeet niet de zijkanten mee te tellen die je niet ziet. Geef de oppervlakte van de balk aan met `O` .