Algebra I > Variabelen vermenigvuldigen
1234567Variabelen vermenigvuldigen

Verkennen

Opgave V1

Van een balk is het volgende gegeven:

  • De lengte `=2xx` de breedte.

  • De breedte `=2xx` de hoogte.

a

Maak een formule waarbij de breedte wordt uitgedrukt in de lengte.

b

Maak een formule waarbij de hoogte wordt uitgedrukt in de lengte.

c

Druk de oppervlakte van het vooraanzicht uit in de lengte.

d

Druk de oppervlakte van het zijaanzicht uit in de lengte.

e

Druk de oppervlakte ( `A` ) van het bovenaanzicht uit in de lengte.

f

Druk de inhoud ( `V` ) uit in de lengte.

g

Als de lengte `80` cm is, wat is dan de inhoud van de balk?

verder | terug